De huidige coronacrisis doet bij grote delen van de mensheid een beroep op soms ingrijpende aanpassingen aan tal van geboden en verboden om het welzijn van zoveel mogelijk mensen te waarborgen. Het ene land voelt zich gedwongen om verdergaande maatregelen te nemen dan het andere.

Dat de economie van praktisch alle landen hard wordt getroffen is een feit. Daarbij dient wel opgemerkt te worden dat bepaalde beroepsgroepen veel harder worden getroffen dan andere en er zelfs beroepsgroepen zijn die profiteren van de coronacrisis.

Via de media hebben we de verspreiding van de corona-pandemie van dag tot dag kunnen volgen. We zagen hoe eerst de Chinese stad Wuhan getroffen werd door het virus. Al snel was de regio Lombardije in het Noorden van Italië een nieuwe brandhaard van het coronavirus. Geschokt keken we naar beelden op de televisie waarop te zien was hoe mortuaria, begraafplaatsen en crematoria in de zwaar getroffen stad Bergamo de aanvoer van slachtoffers van het virus niet meer aan konden. Stoffelijke overschotten werden in geïmproviseerde koelcellen gestald of naar het Zuiden van het land gevlogen om aldaar gecremeerd te worden. Het Italiaanse leger moest eraan te pas komen om het transport van coronaslachtoffers in acceptabele banen te leiden.

Langzaam kregen we het gevoel dat er een dystopische oorlog met een onzichtbare vijand aan de gang was. Na Lombardije volgden de nieuwe brandhaarden van de coronapandemie elkaar snel op: Spanje in Europa, al snel gevolgd door de Verenigde Staten, met name de staat en stad New York.

Het is frappant en wrang dat er tijdens de coronacrisis praktisch met geen woord gerept wordt over in welke mate het continent Afrika door het coronavirus getroffen wordt. Een kenmerk van een pandemie is juist dat de hele wereld getroffen wordt. Een virus laat zich niet stoppen door landsgrenzen, treft rijk en arm, laat staan dat huidskleur een rol speelt.

Het continent Afrika is qua oppervlakte drie keer groter dan Europa en telt ruim een half miljard meer inwoners. Dit moet betekenen dat talloze Afrikanen met het coronavirus zijn besmet of eraan zijn overleden.

We hebben om een aantal redenen geen weet van de omvang van de coronacrisis in Afrika. In Afrika is in de meeste van de 54 landen geen geld om mensen te testen op het coronavirus. Afrika kent een enorm gebrek aan fatsoenlijke zorg. In grote delen van dit vergeten continent bevindt het dichtstbijzijnde ziekenhuis zich op honderden en soms zelfs duizenden kilometers afstand. In sommige Afrikaanse landen, zoals bijvoorbeeld Zimbabwe, is het aantal IC-bedden nul en heeft men geen beschikking over beademingsapparatuur.

In de laatste decennia had het Rijke Westen nauwelijks aandacht voor de hongersnoden, epidemieën en oorlogen die Afrika troffen. Ook tijdens de huidige coronacrisis is werkelijke betrokkenheid, aandacht en empathie voor de 1,3 miljard Afrikanen ver te zoeken.

Het vergeten continent Afrika bevindt zich al sinds mensenheugenis in een isolement. Alleen als er behoefte was aan gratis arbeidskrachten, denk hierbij aan de vroegere katoenplantages in het Zuiden van de Verenigde Staten, of grondstoffen als goud en diamant, trok het vergeten continent de aandacht van het Rijke Westen.

Horst Köhler, die van 2004 tot en met 2010 bondspresident was van Duitsland, zei ooit dat we de menselijkheid van de wereld moeten afmeten aan het lot van Afrika. Als dat zo is hebben we nog een lange weg te gaan op weg naar een menselijker wereld.

De Salonsocialist