Tijdens de coronacrisis zien we een enorme onderlinge solidariteit en verbondenheid in de stad. Buren die elkaar helpen, nieuwe initiatieven om zoveel mogelijk de sociale gevolgen van deze crisis op te vangen. Wij zien daarin veel kansen en vinden het belangrijk deze energie met elkaar vast te houden, ook voor de langere termijn. Daarvoor is het wel van belang dat we de bestaanszekerheid van mensen kunnen garanderen. Want alleen dan heb je de ruimte om naar een ander om te zien.

In de gemeenteraad bespreken we wekelijks de impact van de coronacrisis, met steeds een specifiek onderwerp uitgelicht. Dinsdag was het sociaal domein aan de beurt. Raadslid Bram Leeuwenkamp deelt hieronder zijn visie op dit thema. We vinden het belangrijk om jullie hierin mee te nemen en uiteraard nodigen wij je van harte uit om met ons mee te denken.

 

De coronacrisis toont aan hoe belangrijk sterke sociale voorzieningen zijn. Het belang van een sociale stad is nu groter dan ooit. Als GroenLinks willen we daarom dat het college blijft investeren in de zorg, het onderwijs en de bestrijding van armoede. De coronacrisis laat goed zien wat de waarde van de mensen in de publieke sector is. Terecht noemen we deze beroepen ‘vitaal’.

Bestaanszekerheid

 Veel mensen zijn nu onzeker over de toekomst. Naast een gezondheidscrisis heeft deze pandemie ook een groot effect op onze economie en werkgelegenheid. Van de ene op de andere dag zijn veel ondernemers, zzp’ers, flexwerkers en mensen uit de culturele sector zonder werk komen te zitten. Het Rijk heeft hiervoor verschillende financiële regelingen getroffen. Maar hoe langer deze crisis duurt, hoe meer de bestaanszekerheid bij veel mensen onder druk komt te staan.

Neem Lisa,  werkzaam als zzp’er in de evenementensector. Door de coronamaatregelen zijn vrijwel al haar opdrachten voor dit jaar afgezegd. Lisa kan tot juni gebruikmaken van de tijdelijke overbruggingsregeling voor zelfstandige ondernemers. Na deze periode komt de regering waarschijnlijk met een nieuw pakket aan financiële regelingen, maar met strengere voorwaarden, zoals de partnertoets en het risico dat mensen toch tussen wal en schip terecht komen. Bovendien is er nog geen zicht op versoepeling van de maatregelen  voor de evenementensector, de financiële situatie van Lisa is dus behoorlijk onzeker. Alle vaste lasten die zij heeft, lopen gewoon door. Zoals veel zzp’ers heeft zij een kleine buffer opgebouwd, maar eind van de maand raakt deze ook op.

En zo zijn er in Amersfoort veel mensen die zich in soortgelijke, uiterst onzekere situaties bevinden. Want hoe lang blijft deze situatie nog zo? Waar kunnen mensen als Lisa nu nog aan de slag? Wij vinden het noodzakelijk dat we mensen zo snel mogelijk perspectief kunnen bieden en zien zeker mogelijkheden. Het gekke aan deze crisis is namelijk dat er ook sectoren zijn waar nog voldoende werk is te vinden, zoals in de zorg of bij distributiecentra.

Om ervoor te zorgen dat mensen die nu geen werk meer hebben zo snel mogelijk weer aan de slag kunnen komen, willen wij dat de gemeente intensief gaat samenwerken met het UWV, uitzendorganisaties, vakbonden en werkgeversorganisaties om via een werkcentrum mensen zo snel mogelijk aan nieuw werk te helpen. De samenwerking met werkgevers en uitzendbranche is belangrijk: zij weten als geen ander op welke plekken werk is te vinden. Zo kunnen we mensen die nu zonder werk en inkomen zitten snel naar ander werk toeleiden.

Economie versus brede welvaart, een ander economisch model

Als het gaat om bestaanszekerheid kunnen we lessen uit deze crisis trekken. Want deze crisis laat zien dat de economie van onze stad kwetsbaar is en conjunctuurgevoelig. De doorgeslagen flexibilisering van de arbeidsmarkt, in combinatie met verouderd denken in modellen die alleen economische groei of krimp als waarden hebben, dat is niet meer van nu. Het is hoog tijd voor een landelijke, collectieve regeling die voor alle werkenden het risico op werkloosheid afdekt en bestaanszekerheid garandeert. Ongeacht je contractvorm en dus ook voor zzp’ers.

We zullen ook binnen Amersfoort de omslag moeten maken naar een ander economisch model, waarbij we de economie niet  alleen maar vanuit ‘krimp en groei’ bekijken. Daarom pleiten wij voor het invoeren van een model dat de brede welvaart van Amersfoorters monitort. Bij brede welvaart kijk je verder dan alleen naar materiële vooruitgang en economische groei. Bij brede welvaart gaat het ook om welzijn, om zaken als sociale vooruitgang, inkomensgelijkheid, vrije tijd, gezondheid, onderwijs en een goede kwaliteit van de leefomgeving.

Inclusieve samenleving

Als GroenLinks zetten wij ons altijd in voor een inclusieve samenleving: wij willen dat Amersfoort een stad is waarin iedereen mee doet. Door de coronacrisis zijn voor sommigen de drempels echter nog hoger geworden. Denk aan mensen met een grotere kans om ernstig ziek te worden door het coronavirus, mensen op leeftijd of met een aandoening, die tot de risicogroepen behoren. Neem bijvoorbeeld Said, leraar op een basisschool met een chronische longaandoening. Voor hem kan een besmetting met het virus dodelijk zijn. De afgelopen maanden gaf hij zijn klas online les. Nu de basisscholen weer zijn geopend, is het voor hem een stuk lastiger om zijn werk te kunnen doen. En denk aan ouderen: de eenzaamheid die al speelde, wordt nu nog problematischer.

Onder het motto ‘niet over ons zonder ons’ zullen wij het college vragen met vertegenwoordigers van deze groepen in gesprek te gaan over wat zij nodig hebben om goed deel te kunnen blijven nemen aan de samenleving.

Zorg en ondersteuning in een 1,5 meter samenleving

De afgelopen tijd is er door zorgprofessionals van de wijkteams, WMO, Jeugdhulp en InDeBuurt033 enorm veel creativiteit aangeboord om het werk zoveel mogelijk te laten doorgaan. Door bijvoorbeeld ambulante ondersteuning telefonisch of via beeldbellen aan te bieden. Zelfs de dagbesteding ging digitaal door. Voor sommige mensen, bijvoorbeeld als er sprake is van multi-problematiek, is dit niet voldoende. De waarde van fysieke ontmoetingen in de zorg is overduidelijk gebleken. Nu komen we in een volgende fase van de crisis. We zullen ons moeten instellen op een anderhalve-meter-samenleving. Dat betekent dat we goed moeten nadenken over hoe we willen dat de zorg en ondersteuning voor onze inwoners eruit komt te zien. Daarvoor zijn voldoende fysieke plekken nodig om ontmoetingen te kunnen realiseren. Ook in de openbare ruimte. Zo kunnen we eenzaamheid bestrijden en hulp bieden aan inwoners die hard worden geraakt door deze crisis.