In het Peelbelang van afgelopen week stond een artikel met als kop: “Heusdenaar mag aantal koeien fors uitbreiden”. Na bijna tien jaar zijn al benodigde vergunningen verleend voor een melkveebedrijf met 1.344 koeien. Zowel de gemeente als de provincie zien een dergelijke stal op die locatie niet zitten, maar volgens de geldende regels voldoet het bedrijf nu aan alle voorwaarden. Sterker nog, het bedrijf kan voor miljoenen aan rijkssubsidies tegemoet zien, omdat er wordt geëxperimenteerd met nieuwe technieken, die het milieu minder moeten belasten. De ene overheid maakt iets mogelijk, wat de andere overheid niet wil. Een ironische constatering en funest voor het vertrouwen van mensen in de politiek. Schaalvergroting is niet nieuw, ook niet binnen de agrarische sector. In een land waar de regeldruk groot is en de consument liever niet teveel betaalt, daar biedt schaalvergroting een oplossing. Wie niet mee kan, is gezien. Steeds meer boeren op leeftijd sluiten hun bedrijf. Voor jonge boeren is het financieel (haast) onmogelijk om in te stappen. De Land- en Tuinbouworganisatie (ZLTO) verwacht inmiddels dat binnen tien jaar meer dan een derde van de agrarische bedrijven is verdwenen. In dat licht is het niet vreemd, dat een ondernemer kijkt naar mogelijkheden voor een grotere, moderne en duurzame melkveehouderij. Maar een stal van deze omvang dichtbij de dorpskern roept per definitie vragen op en ondermijnt ook de positieve aspecten van schaalvergroting. Intussen ziet een deel van de agrarische achterban de ontwikkeling vast met lede ogen aan. Met man en macht werken aan een beter imago voor de agrarische sector en dan geconfronteerd worden met dit soort discussies. Stallen van deze omvang zijn er in Nederland nauwelijks. Aan het project werken gerenommeerde partijen als de Universiteit van Wageningen en de Hogere Agrarische School (HAS) mee, maar je kunt het inwoners niet kwalijk nemen ongerust te zijn. De stal heeft de status van proefstal. Wat de exacte gevolgen voor mens en natuur zijn, dat is niet bekend. Logischerwijs zijn er zorgen, als zo’n bedrijf bij jou in de achtertuin komt te staan. En de ondernemer zelf? Jarenlang getouwtrek, hoge juridische kosten, een mogelijk faillissement van het bedrijf (?) en een gebrek aan draagvlak bij zijn eigen dorpsgenoten. Ook dat lijkt mij geen benijdenswaardige positie. In Nederland wordt al geruime tijd discussie gevoerd over de voor- en nadelen van grote agrarische bedrijven. Feit is dat de Nederlandse veehouderij tot de beste van de wereld behoort met oog voor mens, dier en milieu. Experimenteren met grotere stallen is niet het probleem, onvoldoende oog hebben voor de omgeving wel. Maatschappelijk draagvlak is essentieel voor iedere grote ontwikkeling. Persoonlijk hoop ik dat de ondernemer, mogelijke investeerders, de lokale en provinciale overheid en andere betrokkenen met elkaar om tafel gaan en bereid zijn te kijken naar een oplossing voor dit vraagstuk. De situatie is veel te belangrijk om over een spel te spreken, maar als het een spel was, dan zijn er voorlopig alleen verliezers. John BankersFractievoorzitter CDA Asten-Heusden-Ommel Reageren? klik hier