Een inwoner schrijft aan raadslid Roos: ‘Dat jouw commissievergadering voortijdig eindigde lag echt niet aan jou. Maar aan een paar hyena’s in de zaal, die met bloeddoorlopen ogen aan tafel zaten te wachten totdat ze de voorzitter konden grijpen. En die voorzitter…….. dat was jij. Met zo’n stelletje roofdieren ga je toch de hei niet op.’

Dit is slechts een van de vele commentaren die wij ontvingen n.a.v. de chaotisch verlopen commissievergadering van 12 september (bestuur & middelen) waarvan Roos de voorzitter is. Eerst even een kort fragment laten zien van deze vergadering en dan gaan we u proberen uit te leggen wat hier nu precies aan is voorafgegaan.

Raadslid Roos is voorzitter van de commissie bestuur en middelen. Zij doet dit werk nu anderhalf jaar en heeft er plezier in. Maar dat niet alleen: het werk is een bijzondere uitdaging gezien de wijze waarop de vergaderingen verliepen de afgelopen maanden.

Wat ging hieraan vooraf? Hoe is het zo gekomen?

Een stap terug in de tijd: na de verkiezingen van maart 2018 dacht burgemeester Roest dat het wel een aardig idee was om een werkgroep te vormen. Onder zijn voorzitterschap konden raadsleden dan ‘backstage’ over allerlei onderwerpen discussiëren met elkaar in het kader van ‘bestuurlijke vernieuwing’.

Waarom bestuurlijke vernieuwing en wat houdt dat begrip dan precies in?

Daar kunnen we tamelijk kort over zijn: dat weet niemand. Maar het klinkt positief. Vernieuwend willen we allemaal zijn in de politiek.

Het eerste onderwerp op de agenda van de werkgroep was het terugbrengen van het inspreekrecht. Vroeger hadden onze inwoners nl het recht om de raadsleden toe te spreken tijdens de commissievergaderingen over onderwerpen die zij belangrijk vonden. Zo waren zij in staat zaken voor te leggen aan raadsleden en konden raadsleden op hun beurt vragen stellen. Erg nuttig om langs die weg in het openbaar elkaars standpunt te vernemen. Weten wat er leeft in de samenleving. Daar was het inspreekrecht ook voor bedoeld. Maar helaas, de meerderheid in de raad was daar niet van gediend en zo kwam het dat in Bloemendaal het inspreekrecht werd afgeschaft terwijl dat elders in gemeenteland een volstrekt normaal en geaccepteerd fenomeen is.

Hoe dan ook, onze partij wil het inspreekrecht terug. De werkgroep zou er mee aan de slag gaan. Hoewel  er inmiddels 18 maanden zijn verstreken en onze fractie diverse keren een motie indiende waarin wij pleitten voor herstel van inspreekrecht is de ‘werkgroep bestuurlijke vernieuwing’ nog altijd aan het broeden op dit ei. Onze motie werd telkens afgewezen.

Waar houdt de werkgroep zich nog meer mee bezig? Met het onderwerp ‘geheimhouding’ en ‘vertrouwelijk’. Sinds 2014 werkt de gemeente Bloemendaal aan een geheimhoudingsprotocol. Dat is een soort handleiding waarin staat beschreven hoe om te gaan met geheimhouding. Natuurlijk kan een handleiding nooit de wet vervangen. Het protocol is eerder bedoeld als handvat zodat ook de niet-juristen uit de voeten kunnen met de wetgeving die tamelijk complex is. Hoewel we 5 jaar verder zijn, is er nog altijd geen protocol en dat heeft alles te maken met het feit dat het college van Bloemendaal een hekel heeft aan de strenge regels van de Gemeentewet. Daarin staat namelijk beschreven hoe geheimhouding moet worden opgelegd, dwz de voorwaarden en de procedure. Het college werkt liever met het begrip  ‘VERTROUWELIJK’. Dat staat niet in de wet en een stempel vertrouwelijk op een stuk zetten is kinderlijk eenvoudig. Uiteraard wel met een dreiging: zwijg, anders krijgt u Justitie achter u aan. Anders gezegd: vertrouwelijk is de route waarmee de wet wordt omzeild maar hetzelfde effect wordt bereikt. Raadsleden zwijgen uit angst voor strafvervolging. En dat die angst reëel is, dat hoeven wij u niet uit te leggen. Het OM zegt ‘at your service’ tegen de burgemeester, zoals we inmiddels weten.

De minister heeft in 2016 dringend geadviseerd niet meer te werken met het begrip vertrouwelijk. Beter is het om alleen nog geheim te gebruiken en daarbij de wettelijke procedure te volgen. En het mooiste blijft natuurlijk de openbaarheid. Openbaar bestuur moet de hoofdregel zijn. Hoewel de minister helder was, heeft Bloemendaal geen afscheid kunnen nemen van de stempel ‘VERTROUWELIJK’ en getracht dit in het protocol onder te brengen. Dat is niet gelukt. Hoogleraar Elzinga die veel van het onderwerp weet, werd eind 2018 gevraagd hierover zijn licht te laten schijnen..

Hij bracht eind 2018 zijn advies uit aan de werkgroep van de burgemeester en de conclusie van de burgemeester en zijn assistente was: naast de wettelijke geheimhoudingsprocedure is het volgens Elzing zeer dringend gewenst een buitenwettelijke geheimhoudingscategorie toe te voegen. En wel onder de noemer van de vertrouwelijkheid.

Dit advies stond haaks op een groot aantal eerdere publicaties van hoogleraar Elzinga. Daarin zei Elzinga steeds: ‘ vertrouwelijkheid is een onding van formaat ’. Of m.a.w.: Elzinga volgde geheel en al de minister.

Onze fractie ging op zoek naar het advies van Elzinga aan de werkgroep maar vond niets. Het waren enkele losse passages uit e-mailberichten tussen de gemeente en Elzinga.

Vreemd.  …

Op 12 juni jl. gaf Elzinga een lezing over dit heikele onderwerp in de Zandwaaier. Daarbij aanwezig: raadsleden, burgemeester Roest en enkele juristen in dienst van de gemeente. Daar herhaalde Elzinga zijn standpunt: werk niet met het begrip vertrouwelijk. Hij zei letterlijk: doe het niet!

Burgemeester Roest was echter hoogst ongelukkig met dit advies van Elzinga. Onze burgemeester houdt van vertrouwelijk. Hij kan er niet buiten omdat het zo gemakkelijk is. En dus zijn we weer terug bij af: in Bloemendaal is alles geheim of vertrouwelijk en beiden komt hier  neer op hetzelfde: mond houden of je krijgt te maken met Justitie. Het gevolg is angst en dat is slecht voor het openbare politieke debat.

Conclusie: we voelen ons door dat zogenaamde advies van hoogleraar Elzinga in december 2018 behoorlijk in de maling genomen: dat advies bleek niet van hem afkomstig.

Inmiddels deden zich begin 2019 weer nieuwe ontwikkelingen voor. Hoogleraar Boutellier werd uitgenodigd voor een bijeenkomst van de werkgroep. Boutellier is hoogleraar Veiligheid & Veerkracht aan de VU en werkt voor het Verwey-Jonker instituut. Wie is de heer Boutellier?

Tijdens deze bijeenkomst werd gesproken over ‘destructieve elementen’ in de raad en daarmee werden Slewe en Roos bedoeld. De klachten betroffen vooral ons gebruik van social media. We hebben begrepen dat het advies van Boutellier luidde als groep actief op te treden en te zorgen voor correctie van ongewenst gedrag, waaronder het gebruik van social media. Deze aanmoediging viel in goede aarde en prompt werd een initiatief voorbereid om Roos als voorzitter te dumpen.

Deze kwestie speelt nog steeds. Diverse raadsleden schromen niet het Roos zo lastig mogelijk te maken. Ze blijft er nuchter onder: ‘Ik vind het jammer dat het zo gaat. Bij mij staat altijd voorop dat we een agenda moeten afwerken. Als voorzitter ben je dienstbaar aan de commissie. Dat probeer ik zo goed mogelijk in te vullen. Direct na afloop van die vergadering op 12 september heb ik me nog verontschuldigd tegenover de ambtenaren die de hele avond voor niets hadden zitten wachten omdat opeens de vergadering werd beeindigd. Allemaal emotionele reacties. Het verwijt was dat ik niet meteen gehoor gaf aan interruptieverzoeken. Maar je zou voor de gein eens moeten gaan kijken: leden steken voortdurend hun hand in de hoogte. Ik kan niet iedere interruptie onmiddellijk toestaan. Je kunt een wedstrijd ook dood fluiten. Lijkt mij niet de bedoeling. De burgemeester was erg boos op mij. Hij vond dat ik Rob Slewe direct had moeten afkappen. Ik vind het maar een vreemd verzoek. Slewe is gekozen volksvertegenwoordiger en heeft net zo veel recht van spreken als elk ander raadslid. Als de burgemeester eens de moeite neemt om de vergadering terug te kijken dan ziet hij heus dat ik niemand voortrek of achterstel. Ach nou ja…, dit is voer voor psychologen. Ik wil gewoon positief aan de slag. Heb geen zin in negatief gedoe‘.

storm in de vergadering van 12 september 2019…

Wij vinden het  zeer onprofessioneel om op deze wijze met elkaar aan het werk te zijn. En dat gedoe over ‘destructieve krachten’ in de raad is ook niet bevorderlijk voor de sfeer. Wij zijn tenslotte bepaald geen voorstander van een werkgroep die in de beslotenheid opereert. Het debat hoort plaats te vinden in de raadszaal. Iedereen moet kennis kunnen nemen van de diverse standpunten. Dat is pas een gezonde manier van politiek bedrijven.  Van mening verschillen hoort daarbij maar liever niet in de achterkamertjes met een burgemeester als ‘voorzitter’.  Bovendien heeft een werkgroep geen mandaat en is het geen democratisch gekozen commissie.