Afgelopen vrijdag werden we geïnformeerd over het heugelijke nieuws dat Breda eindelijk de stekker uit de abjecte stedenband trekt met het Chinese Yangzhou en dat het omstreden Paviljoen ook geen plaats verdient in het Valkenberg.  BN De stem citeert het artikel met “We willen niet naïef zijn”, maar het college was dit natuurlijk wel voor lange tijd. Jarenlang werd er weggekeken van de mensenrechtenschendingen jegens de Oeigoeren, jarenlang konden organisaties als Amnesty International en Human Rights Watch het verschil niet maken. Jarenlang waren initiatieven vanuit de lokale politiek niet voldoende om de ogen te openen en actie te ondernemen. Jarenlang was Breda wel degelijk ontzettend naïef. Laat ik u even uitleggen waarom.

Onderzoeksrapport werd volledig genegeerd

LPF Breda pleit al sinds haar oprichting voor een direct einde aan deze stedenband. Dankzij de tomeloze inzet van Jaco Hurynovich-Verstappen hebben we het college geconfronteerd met de harde werkelijkheid via een uitgebreid onderzoeksrapport. In dit rapport zijn we gedetailleerd ingegaan op de diverse gruwelijkheden via eerdere publicaties, rapportages en gesprekken met nabestaanden. Concluderend kunnen we stellen dat Yangzhou investeert in Oeigoers gebied in ruil voor tegenprestaties van de plaatselijke bevolking via onder andere dwangarbeid. Yangzhou heeft een gebied in Xinjiang in haar bezit en buit het menselijk en commercieel uit en Breda heeft mondkapjes uit Yangzhou ontvangen die zeer waarschijnlijk gemaakt zijn in de controversiële heropvoedingskampen in Xinjiang. Na deze schrijnende uiteenzetting van misdaden tegen de mensheid waar de bevriende stad een significant aandeel in heeft, zou je kunnen verwachten dat het college hier toch op zou reageren. Helaas beste mensen, de reactie bleef uit. Geen reactie na het indienen van dit onderzoek en de eerste aversie richting de waarheid was een feit.

Artikel 9-vragen werden naïef en karakterloos weggewuifd

Het uitblijven van antwoorden genereert juist meer vragen en dus hebben we het college tot twee maal toe artikel 9-vragen gesteld over deze stedenband. Zo hebben we in eerste instantie vragen gesteld inzake het onderzoeksrapport waar we vooral in hebben gezoomd op de 20.000 mondkapjes en de daaraan gerelateerde mensenrechtenschendingen, de andere bevindingen uit het onderzoeksrapport en het standpunt van het college hierin. Tenslotte hebben we ook de meest recente ontwikkelingen in onze samenleving meegenomen in de vragen, waarbij we vooral vragen hebben gesteld over wetenschapsspionage, illegale Chinese politiebureaus in ons land en infiltratie in het onderwijs. De beantwoording hiervan was ronduit teleurstellend en karakterloos te noemen. In het kader van dwangarbeid van Oeigoerse mensen reageert het college als volgt en ik citeer “Vanzelfsprekend is Breda tegen dwangarbeid, echter zal dit niet zo specifiek via onze communicatiekanalen worden uitgedragen” Een college dat dit zegt is karakterloos, kijkt weg van de realiteit en weigert elke vorm van verantwoordelijkheid te nemen en verschuilt zich achter landelijke kaders en regelgeving. Vervolgens waren deze antwoorden natuurlijk reden genoeg tot vervolgvragen, vooral vanwege het zorgelijke karakter en holle bewoordingen. Graag gaven wij het college een nieuwe kans om zich te herpakken en onze vragen met verstand te beantwoorden. Daarnaast hebben we het college stevig aan de tand gevoeld maar ook hier volgde een regenval van bange excuses. Helaas heeft het college de kans gemist om krachtig stelling te nemen in dit belangrijke dossier. Het niet beantwoorden van vragen is alleszeggend.

Bespreeknotitie leidde niet tot een krachtig uitgesproken standpunt

LPF Breda gaf natuurlijk de strijd niet op en agendeerde een bespreeknotitie om de raad te overtuigen van het wezenlijke belang om deze stedenband te beëindigen. Zelfs toen, na een uitvoerige beeldvorming en intense oordeelsvorming had het college nog niet de morele behoefte om direct de band te beëindigen. Zelfs toen was er tijd nodig om dit rustig, netjes en weloverwogen te doen. Fijn dat de Oeigoerse gemeenschap meteen weet waar zij staat, en dat ze weten dat we in Breda nog altijd eerst graag ruim de tijd nemen om “netjes” afscheid te nemen. De ironie. Netjes naar de onderdrukker, en de Oeigoer? Die heeft het nakijken, als het aan het Bredase college anno 2022 ligt.

Tijdens de oordeelsvorming heeft het college de toezegging gedaan dat de stedenband zou worden geëvalueerd voor het einde van het eerste kwartaal. Tot zover het geopolitieke inlevingsvermogen van het college op dit dossier.

Ingediende moties werden ontraden en afgewezen

De bespreeknotitie leidde tot de beeld- en oordeelsvorming en deze leidde tot actie: moties dus. Vanzelfsprekend hebben we diverse moties ingediend om ons als raad uit te spreken tegen deze stedenband die zowel ethisch, politiek en vooral menselijk onhoudbaar is en volledig in strijd is met datgene waar wij als Breda voor staan. Zowel tijdens het debat over het bestuursakkoord als tijdens de laatste debatraad van 2022 die mede ingediend was door 5 andere partijen. Helaas waren deze duidelijke moties, waar totaal geen woord Chinees aan was, niet voldoende voor diverse partijen om tot actie over te gaan. Het was volgens het college allemaal prematuur en veel te gehaast om dat nu te beslissen. Het college was van mening, met steun van diverse partijen in de raad, dat we de stedenband rustig tegen het licht moesten houden en de tijd moesten nemen om hier een besluit over te nemen.

Tijd, die er niet was. Geen tijd voor de Oeigoerse nabestaanden, geen tijd voor Breda. Er viel niets tegen het licht te houden bij een stedenband die medeverantwoordelijk is voor de vele mensenrechtenschendingen zoals dwangarbeid in diverse heropvoedingskampen, maar ook gedwongen genitale verminkingen en uiteindelijk genocide van een bevolkingsgroep. De moties werden ontraden en afgewezen. Een schoffering naar onze eigen idealen, waarden en normen en waarbij we wederom wegkijken van de realiteit.

GroenLinks en haar verdampte idealen

Opmerkelijk was ook dat een partij die zich de afgelopen jaren, toen zij nog niet in het college zat, heeft ingezet om een einde aan deze stedenband te realiseren, maar nu tegen onze moties stemden en haar idealen ingeruild heeft na het ondertekenen van het bestuursakkoord. Bijzonder hoe snel de praatjes van GroenLinks in Breda kunnen verdampen.

Eindelijk. De stedenband met Yangzhou wordt beëindigd. Maar wel op een opmerkelijk moment.

Terug naar afgelopen vrijdag. Uit de brief, die onze burgemeester aan de raad stuurde citeer ik het volgende: “De burgemeester van Yangzhou is in een persoonlijk gesprek met burgemeester Depla op de hoogte gebracht van het besluit van Breda.” Dat is verantwoordelijkheid nemen en daar zijn we dan ook erg tevreden mee. Dankzij het vele werk wat er vanuit onze fractie is verzet zijn we dan ook supertrots op het geboekte resultaat en heeft het college alsnog het licht gezien.

Aan de andere kant komt het besluit wel op een heel bijzonder moment. Net op het moment dat Xi Ping, president van China en leider van de CCP een vriendschappelijk bezoek heeft gebracht aan president Poetin wordt de knoop doorgehakt en is de beëindiging van de stedenband een feit. Je kunt je hierdoor afvragen in hoeverre zaken als de omstreden mensenrechtenkwestie, wetenschapsspionage, infiltratie in ons onderwijs en illegale opsporingspraktijken door China in Nederland een factor waren in dit besluit of was het wellicht door de positie die China nu inneemt in het conflict tussen Rusland en Oekraïne. Een discutabele situatie die veel vragen oproept.

Ook het geschonken paviljoen zal niet worden geplaatst in het Valkenberg

En toen was er natuurlijk nog altijd het uit die innige vriendschap geschonken Paviljoen dat als een niersteen de hele tijd ongemakkelijk in de weg zit en als een beladen object in de gemeentelijke opslag staat te verstoffen. Deze gift was vanaf het begin al een lastig punt in dit hele dossier. De mensenrechtenschendingen waren immers geen geheim en de situatie werd steeds lastiger te dragen. Het ging zelfs zover dat indien het Paviljoen geplaatst zou worden het gecompenseerd zou gaan worden met een bepaalde vorm van excuuskunst die artikel 1 van de Grondwet zou symboliseren. Hypocrieter wordt het niet. Daarom zijn wij zeer positief dat ook dit “geschenk” niet zal worden gebruikt.

Het resultaat telt

Kortom, we mogen terugkijken op een goed resultaat. Door inzet van onze fractie is een historische beslissing gerealiseerd. Hopelijk hebben we hiermee de Oeigoerse gemeenschap een steuntje in de rug kunnen geven in hun strijd voor vrede en veiligheid. Intussen zullen wij als LPF ons blijven inzetten voor diezelfde normen en waarden in Breda!