Nee, dit gaat niet over de overvolle vuilcontainers. Het containerprobleem is namelijk makkelijk op te lossen: gewoon de boel opruimen. Maar dat is misschien te gemakkelijk voor de VVD. Stel je voor een simpele oplossing, nee we gaan eerst wat centjes weggooien aan nu al mislukte techniek. Waar deze verhandeling over gaat is wat lastiger op te ruimen. Tegen deze ‘verrommeling’ blijven we zeker vijftig jaar aankijken. Het bouwbeleid ontspoort. In de bouwwoede wordt iets vergeten: kwaliteit en visie.

Het is niet voor niets dat we nog steeds gelukkig zijn met onze singels. De reden daarvoor was simpel: een stadsbouwmeester. In dit geval ingenieur Rose. Die heeft een groot plan gemaakt waar Rotterdam nog steeds de vruchten van plukt.

Ook kijken we met veel plezier naar de woningbouw in Blijdorp, Breitnerkwartier en de Pleinweg. Ook het werk van een stadbouwmeester. Ingenieur Witteveen die met gerenommeerde architecten als Brinkman, Van de Vlugt en Van de Broek hele stadswijken een goede smoel gaf. Die tand des tijds heeft weerstaan.

En nog een voorbeeld, de Erasmusbrug. De sprong naar Zuid. Daar was Riek Bakker verantwoordelijk voor. En dat niet alleen, zij zorgde ook voor de gezichtsbepalende gebouwen op de Wilhelminapier zoals De Rotterdam van Koolhaas.

Achter al die plannen zat een visie. En een sterke persoonlijkheid met verstand van zaken. Kom daar nu maar eens om. Nu we alles aan de markt overlaten, schiet de macramé architectuur als paddenstoelen uit de grond. Een kakofonie aan vormwil. Waar is de elegant ontworpen eenheid zoals in Blijdorp gebleven? Wie nu over bijvoorbeeld de Laan op Zuid loopt, wordt overstelpt door lukraak neer geplempte gebouwen. Waar is de rust, de samenhang? Waar is een overkoepelende Rotterdamse visie? Nee, wij hebben ‘stadsmaken’.

Niet eens een Nederlands woord. Laat staan Rotterdams.

Als je namelijk in Barcelona loopt, weet je dat je in Barcelona loopt. Hetzelfde geldt overigens voor Parijs. Waar is de Rotterdamse smoel van de stad?

En het wordt erger nu er ‘bouwen, bouwen, bouwen’ wordt gebrald op het Stadhuis. Elk stukje wat bebouwd kan worden, is een prooi voor projectontwikkelaars. Die niet gehinderd worden door een visie vanuit de stad. En dus iedere keer weer een ander commercieel stijltje kunnen neergooien. Kijk naar Nieuw Crooswijk, Kralingen Jaffa en ja ook Little C. Wat hebben deze projecten te maken met Rotterdam? Waar is de kwaliteit gebleven van een Marinus Jan Granpré Molière en een J.J.P. Oud die monumentale woonwijken ontwierpen?

En niet te vergeten de wederopbouw architectuur. Die we weer zijn gaan waarderen rond de Pannekoekstraat en de Goudsesingel. Allemaal plannen met een duidelijke visie. En je weet tenminste dat je in Rotterdam rondloopt.

De nieuwe bouwwoede heeft grote gelijkenis met de Stadsvernieuwing uit de vorige eeuw. Nu nog zitten we tegen het Rotterdams marmer, de trespa-platen, aan te kijken. Ook hier werd in een hoog tempo niet gelet op architectuur en samenhang. Het moest veel voor weinig zijn. En nu zitten we met de gebakken peren.

Het meest beangstigende project is dan ook het bebouwen van de strook groen naast de Euromast van de geweldenaar Maaskant. Laten we in het midden houden of het wenselijk is maar als je het dan doet, doe het dan goed. En laat niet zo’n mooi stuk Rotterdam bebouwen met middelmaat. Doe het dan met visie en laat die visie ook elders terugkomen. In de vele plekken die gaan volgen. En daar zijn een Q-team of welk ander modern opgetuigde organisatie niet geschikt voor. Alleen een sterke stadsbouwmeester die het overzicht heeft en een duidelijk plan uitrolt, is daar geschikt voor.

Het is bijna net zo makkelijk als de oplossing voor de volle vuilcontainers.

Pieter Schol,

Burgerraadslid SP Rotterdam