Een paar dagen voor de kerst sloeg Mevrouw Corona toe in huize Luit. Marieke was op maandag als eerste de klos. Mevrouw Corona had de grootste schik. Weer een slachtoffer gemaakt: even afwachten hoe ze het ervan afbrengt. Ze hoopte uiteraard het ergste, want ik ken Vrouwtje Corona. Het is een serpent. Ze heeft al vele levens geëist, ook van mensen die mij dierbaar waren.

Ik  merkte dat ze het ook op mij gemunt had, maar voorlopig hield ik haar van het lijf. Ik had me met een fikse dosis Vitamine C en D en Resveratrol tegen haar gewapend. Dat had de vorige keer ook geholpen. Dat kwam nu goed uit. Ik was onverwacht de butler in huis en de boodschappenjongen, want Marieke was voorlopig geen cent waard. We wilden die week rustig de kerstdagen voorbereiden. Ik ging al vast wat noodzakelijke dingen doen. Vrouwtje Corona zat sip te kijken. Ze bleef ons voortdurend beloeren. ‘Mij krijg je niet”, zei ik nog. Dat was misschien toch wat te veel bluf en te overmoedig.

Op donderdag ben ik nog redelijk fit en regel wat dingen. Ik ga in de ochtend met de auto naar de garage en in de namiddag haal ik bij de slager wat snijvlees. Als ik terug ben en de boodschappen opruim, zit dat kreng naar me te kijken. En ineens slaat ze toe. En hoe. Binnen de kortste keren moet ik capituleren. Ik ben zo beroerd, dat ik het bed in ga om vier uur. Dat is niets voor mij. ‘s Nachts onderga ik een soort koortsslaap. Allerlei rare verhalen en beelden komen langs. Ik hoor Vrouwtje Corona in de verte vals lachen. Maar na die slechte nacht krabbelde ik vrijdag toch al weer wat op. Marieke was die dag ook aan de beterende hand. De dagen daarna ging het steeds beter. Nu konden wij lachen. Uiteindelijk hadden we met de kinderen en kleinkinderen fijne kerstdagen. Mocht die mevrouw voor je deur staan, doe niet open. Onderschat haar niet. Zeg haar maar, dat ze naar een ander gaat. Veel gezondheid gewenst in 2024.