Door Mariëtte Bliekendaal

Aan de vooravond van de heropening van de scholen en de kappers, kijkt de Gemeente Delft ook verder vooruit: Welke lessen zijn er uit deze crisis te leren? Wethouder Stephan Brandligt denkt na over duurzame oplossingen. “We gaan een spannende tijd tegemoet.”  

Hoe gedraagt Delft zich tot nu toe?

“Het is in Delft relatief rustig geweest. Soms waren er te veel mensen op straat, maar meestal houden mensen zich goed aan de regels. Er zijn ook weinig boetes uitgedeeld. Handhavers hebben wel waarschuwingen uitgedeeld, en mensen op hun gedrag aangesproken. Dat lijkt goed te werken. Delft heeft ervoor gekozen om studentenhuizen als huishouden te beschouwen, en veel gemeenten hebben ons beleid overgenomen.”

 

De coronamaatregelen worden binnenkort verruimd, kappers en horeca gaan op termijn weer open. Hoe kijkt de gemeente hiertegen aan?

“De tijden zijn nog erg onzeker, en creativiteit en flexibiliteit blijven voorlopig ook nog wel nodig. We weten immers niet hoe lang we ons nog aan die anderhalve meter afstand moeten houden. De meeste bedrijven hebben hun plannen klaarliggen om veilig open te gaan, en als gemeente helpen we waar het kan. We gaan binnenkort bekijken of we de caféterrassen meer ruimte op straat kunnen bieden. Ook blijven we in nauw overleg met de sportverenigingen en culturele instellingen.”

 

Hoe staat het met jouw dossier, de energietransitie?

“Het klimaat wacht niet, dus iedereen werkt gewoon door aan plannen rond duurzame energie en klimaatadaptatie. Deze week staan de plannen weer op de agenda. “

 

Wat hoopt de Gemeente Delft uit deze crisis te halen?

“We willen juist nu een impuls geven aan groen in de buitenruimte, samen met de Provincie Zuid-Holland. We hopen dat projecten die daarvoor al ingepland waren, sneller kunnen starten. Het geld hiervoor vinden is uiteraard niet makkelijk, daar wordt op dit moment over nagedacht.

Verder is er nu ook landelijk veel aandacht voor het verduurzamen van bedrijven. De Gemeente Delft zou nu ook bij aanbestedingen kunnen letten op de CO2-voetafdruk van bedrijven. Door de zogenoemde interne CO2-beprijzing mee te nemen in de criteria, kun je concreet sturen op duurzaamheid.”