“Vertrouw op de professionaliteit en mensenkennis van de medewerkers”

Wanneer ik medewerkers van Laborijn spreek, dan merk ik steeds opnieuw dat de echte drijfveer voor hun werk voortkomt uit de keuze die zij ooit maakten om vóór onze inwoners te gaan. Consulenten, trainers, jobcoaches en beleidsmedewerkers komen elke dag hun bed uit om diegenen waarmee het niet altijd eenvoudig gaat zo goed mogelijk van dienst te zijn.

Mijn ervaring lijkt haaks te staan op het beeld dat het bij Laborijn allemaal erg streng gaat en dat er geen oog is voor de individuele mens. In dat beeld is Laborijn niet meer dan een strenge organisatie. De werkelijkheid is dat klanten van Laborijn niet altijd precies weten wat er van ze gevraagd wordt en dat zij soms bang zijn de regels te overtreden. Hierdoor gaan zij niet altijd ontspannen voor een gesprek naar Laborijn, zij hebben immers zelf niet de keuze gemaakt om klant te zijn. Juist daarom is er tijd nodig om te werken aan wederzijds vertrouwen. Het lukt niet altijd in het eerste gesprek. Ik vind het mooi om te zien hoe medewerkers hun best doen om dan, passend bij de wensen van de klant, in gesprek te blijven.

Laagste aantal uitkeringen ooit

Het werk bij Laborijn is erop gericht dat mensen, passend bij hun mogelijkheden, participeren in onze samenleving. Betaald werk is daarbij het uiteindelijke doel en waar dat niet lukt zijn soms andere oplossingen mogelijk. Medewerkers van Laborijn willen dat minder mensen afhankelijk zijn van een uitkering. Op dit moment lukt het om veel mensen naar werk te begeleiden. Het aantal uitkeringen bij Laborijn is lager dan ooit. Dat komt door ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, maar ik zie dat Laborijn het in vergelijking tot landelijke cijfers beter doet. Dat is goed voor onze inwoners.

De medewerkers bij Laborijn zijn professionals op hun vakgebied. De inkomensconsulenten maken een inschatting over de vraag of een uitkering de beste weg is om in de toekomst minder of niet meer afhankelijk te zijn van de overheid. Trainers in de Werkacademie hebben de beste oplossingen om te bereiken dat mensen zich (weer) werkfit voelen. Jobcoaches begeleiden mensen op hun werkplek, zodat zij zich verder kunnen ontwikkelen. Er is een team aan professionals beschikbaar om te werken aan steeds weer een volgende stap.

Ontwikkeling van mensen

Samen werkt. Dat is waar Laborijn voor staat. De samenwerking met werkgevers, onderwijsorganisaties en andere instellingen maakt dat ontwikkeling van mensen voorop staat. Vaak zie ik dat binnen de regelgeving ruimte wordt toegepast. Dat juich ik alleen maar toe. Waar een professional ziet dat iets beter werkt dan de standaardoplossing, vind ik dat dit moet worden toegepast.

Een uitkering is soms niet de beste oplossing. Veel mensen in onze samenleving zijn erbij gebaat direct duidelijk te hebben dat werk oplossingen biedt voor andere vraagstukken. Dat moet een passende werkomgeving zijn en soms is dat een vorm van dagbesteding. Ik ben er echter van overtuigd dat ieder mens bewust of onbewust zelf betekenisvol wil zijn in onze samenleving. Ik zie overigens dat de meeste mensen daarbij hulp of ondersteuning van anderen nodig hebben, dat is dus helemaal niet vreemd.

Professionaliteit en mensenkennis

Rechtssocioloog Paulien de Winter deed onderzoek naar de handhavingspraktijk bij UWV. Uit haar onderzoek blijkt dat het belangrijk is dat medewerkers ruimte hebben. “Vertrouw op de professionaliteit en mensenkennis van de medewerkers.” stelt zij. Deze stelling vind ik ook van toepassing op Laborijn. Het is juist aan de professionals in te schatten waar een inwoner baat bij heeft. Dat ligt voor een groot deel uiteraard vast in regelgeving, maar er bestaat voldoende ruimte om daarin de juiste keuzes te maken.

Voor verdere doorontwikkeling van Laborijn is de rol van elke professional van groot belang. Daarom is er in het plan van aanpak ‘Samen sterk voor inwoners naar werk’ ook aandacht voor professionalisering en organisatieontwikkeling. Dit vraagt om leiderschap, maar het begint met vertrouwen en de echte wil samen voor verbetering van de dienstverlening te gaan. Uit de derde kwartaalrapportage blijkt dat de ontwikkeling van het leiderschap bij Laborijn de hoogste prioriteit heeft gekregen en op dit moment nog heeft. Ook het bestuur heeft een toekomstgerichte evaluatie uitgevoerd.

Samen werkt

De concrete verbeteringen die richting klanten zijn opgepakt, hebben een positieve uitwerking. Ik hoor dat mensen merken dat de bejegening prioriteit heeft gekregen. Eerlijk is eerlijk: niet elke verandering is van vandaag op morgen gerealiseerd. En ik heb steeds gesteld dat de meeste dingen bij Laborijn goed tot zeer goed gaan. Dat is nog steeds zo en dat zal ook zo blijven. Niet iedereen zal altijd tevreden zijn over de gehele dienstverlening in dit kwetsbare werkveld, maar over het geheel bekeken werkt het.

We staan voor belangrijke opgaven. De financiële opgave in het sociaal domein van gemeenten is enorm. Het inwonersperspectief zal meer centraal moeten staan. De scheiding tussen armoede, participatie, maatschappelijke ondersteuning en jeugdzorg moet in de uitvoering overbrugd worden. De inburgering van statushouders dient nu echt op gang te komen. Zo kan ik nog meer opgaven noemen.

Wat mij betreft hebben we juist op dit moment professionals nodig die samen invulling geven aan deze opgaven. Daarom heb ik aangegeven dat ik vind dat de dienstverlening van Laborijn verder doorontwikkeld moet worden en dat in Doetinchem de samenwerking met Buurtplein en het Bureau voor Financiële Ondersteuning moet worden versterkt. Ik zie dat voor me door de Laborijn professionals een nog constructievere plek te geven in het netwerk. Daarvoor is geen structuurverandering nodig, want in feite bestaat dit netwerk al. Het moet alleen versterkt worden. Elke professional werkt in dit netwerk vanuit haar/zijn expertise aan de centrale vraag hoe de inwoner het beste te ondersteunen.

Regionale samenwerking is daarbij een must. Samen met de andere gemeenten binnen Laborijn en in de arbeidsmarktregio hebben we de sterkere teams met professionals en vergroten we de mogelijkheid van elkaar te leren. Een duidelijk commitment aan de gezamenlijke opgave is dan wel nodig. Durven wij het aan om de inwoner centraal te stellen en echt samen te werken? Ik zeg ja. Samen werkt!