In de afgelopen tijd kwamen drie rapporten uit over de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Het SCP kwam met een Eindevaluatie van de Participatiewet, de WRR kwam met Het beter werk. En afgelopen week kwam de Commissie Regulering van Werk (Borstlap) met het rapport In wat voor land willen wij werken? Alle drie rapporten verdienen een diepgaande beschouwing, ze bevatten immers waardevolle adviezen die niet van vandaag op morgen geïmplementeerd kunnen worden.

Hoofdlijnen

Een aantal hoofdlijnen kan ik er nu al wel uit halen, omdat ze richtinggevend zijn voor het denken over de basis van de arbeidsmarkt. Ja, de basis. Ook in onze gemeente vormt een belangrijke groep inwoners, de grootste groep van alle mensen die werken, de basis van onze arbeidsmarkt. Deze mensen zorgen ervoor dat het basale werk gedaan wordt. Zij dragen ertoe bij dat het economisch goed gaat. Tegelijkertijd is een aantal van deze mensen kwetsbaarder. Niet altijd lukt het hen om mee te bewegen met de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Wanneer zij uitvallen vinden ze niet eenvoudige ander werk. Als ze ouder zijn of de taal niet goed spreken, dan lijkt het er soms op dat geen werkgever hen nog nodig heeft.

Ontwikkeling naar werk of maatschappelijke participatie

In principe is er goed nieuws, het aantal bijstandsuitkeringen in de gemeente Doetinchem ligt namelijk op het laagste niveau sinds jaren. Dat betekent dat relatief veel mensen zich zonder ondersteuning van de overheid redden. Toch moeten we ook eerlijk zijn over de mensen die nu een bijstandsuitkering hebben. Een heel aantal van hen lukt het niet om op korte termijn weer in eigen inkomen te kunnen voorzien. Daarom zetten we in Doetinchem volop in op ontwikkeling van deze mensen. Dat is niet vrijblijvend. Niet voor de gemeente, maar ook niet voor de bijstandsgerechtigde. We hebben in de afgelopen maanden alle mensen met een uitkering uitgenodigd en hebben met hen een traject bepaald om te werken aan het versterken en verbeteren van hun positie op de arbeidsmarkt. Dat gaat van heel basale zaken als het wegnemen van belemmeringen, het fit zijn voor een traject, het ontwikkelen van leefgebieden tot het maken van een plan van aanpak om zicht te hebben op talenten en deze verder te ontwikkelen. Maatschappelijke participatie kan het (voorlopige) einddoel zijn, maar voor veel mensen geldt dat alle stappen in het teken staat van de ontwikkeling naar werk.

Investeren in maatwerk en begeleiding

De commissie Borstlap stelt dat er aanzienlijk meer geïnvesteerd moet worden in maatwerk en begeleiding van mensen die langdurig met een uitkering aan de kant staan. Daarin herken ik mij volledig. Ik heb gezien dat mensen niet gebaat zijn bij standaard aanpakken, maar dat een gerichte aanpak tot het beste resultaat leidt. Doen we dat dan al? We zijn op weg. We spreken iedereen individueel en we stellen een plan van aanpak met hen op. Maar de weg is voor een heel aantal mensen nog lang en de begeleiding is nog niet intensief genoeg. Daarom juich ik het toe dat we bijverdienen naast de uitkering meer mogelijk gaan maken en dat we samen met werkgevers en instellingen voor arbeidsmatige dagbesteding invulling geven aan trajecten die passen bij de talenten van de mensen waar het om gaat. Werkgevers die hebben laten zien dat zij een wezenlijke bijdrage leveren aan het ontwikkelen en (gedeeltelijk) laten uitstromen van mensen uit de uitkering, moeten we compenseren voor de begeleiding die ze bieden. Dat kost geld. Ja. Maar hiermee houden we vooral de basis van onze arbeidsmarkt op peil.