Tijdens de raadsvergadering van 7 november 2019 heeft Pieter Herngreen namens de fractie de volgende woordvoering ingebracht:

 

Voorzitter,

Om er maar meteen mee te beginnen: D66 zal instemmen met de begroting voor 2020 en de bezuinigingsvoorstellen in de keuzerichtingen. Natuurlijk is het een wrang gegeven tegen de achtergrond van de gunstige economie en het overschot op de rijksbegroting. Het college doet voortvarend en met lef wat nodig is. Er ligt een afgewogen pakket bezuinigingsvoorstellen. Niettemin stellen we ook vast dat er nog veel werk ligt in de uitwerking het komend jaar. En ook bevatten de ramingen voor veel onderdelen van het sociaal domein nog tal van risico’s die al te veel optimisme temperen.

De septembercirculaire laat een wat gunstiger beeld zien op de inkomsten uit het gemeentefonds, maar het is te laat en niet verantwoord om dat nu nog mee te nemen. Onze begrotingssystematiek vraagt om een sluitende begroting in 2020 en een meerjarenperspectief dat in 2023 voldoende weerstandsvermogen bevat. Nu zal vanavond niemand con amore instemmen met de bezuinigingen: iedereen wil het beste voor Doetinchem en de politieke ambities waarmaken, of dat nu vanuit de coalitie is of vanuit de oppositie. Maar de raad moet haar verantwoordelijkheid nemen als het gaat om de financiële betrouwbaarheid van de gemeente. Regeren in overvloed kan iedereen. De suggesties om de bezuinigingsvoorstellen te temperen met de septembercirculaire vinden wij dan ook geen verstandige zet. Eerst maar eens door de zure appel heen bijten en volgend jaar bij de voorjaarsnota zien op welke gebieden we mee- en tegenvallers hebben.

Voorzitter, de bezuinigingen hebben gevolgen voor het beleid en de uitvoering van de maatschappelijke opgaven en de coalitieagenda. Wat staat daar op het spel?

In onze visie raken de bezuinigingen ten minste drie belangrijke gebieden met evenzovele kernvragen: als eerste noem ik het sociaal domein, en de economie. Anders gezegd: het gaat om het behoud van het stedelijk klimaat – hoe goed is het leven in Doetinchem? en het verdienvermogen – blijft Dtc aantrekkelijk voor jongeren, is er een vitaal bedrijfsleven, ontwikkelen de winkelgebieden en bedrijvenlocaties zich qua omzet, gevarieerd aanbod, vestigingsklimaat?. Tenslotte staan wat ons betreft de ambities op het gebied van de duurzaamheid onder druk: komt de energietransitie tot stand, herstellen en bevorderen we de biodiversiteit, zijn we in staat om de stikstofproblematiek samen met alle anderen beheersbaar te maken?

In de 1e plaats de vraag of de sterke samenleving tot zijn recht komt.

We hebben in het sociaal domein te maken met een zorgplicht met open-einde- regelingen. De financiële ambities van de Taskforce zijn grotendeels gebaseerd op aannames. Dat kan ook niet anders. Maar we moeten oppassen dat we niet met die maatregelen in een kramp komen waardoor er geen ruimte is voor innovatie. Gelukkig heeft de Taskforce ook de opdracht om te bezien op welke punten in het voorliggende en algemeen toegankelijk veld kan worden geïnvesteerd om de ondersteuning van inwoners zo dichtbij en zo veel mogelijk in de sfeer van het gewone dagelijkse leven te geven. Dat moet dan wel binnen het budgettaire kader zoals dat in de begroting en keuzerichtingen is aangegeven. De presentatie in oktober door de taskforce laat zien dat er beweging zit in het zorggebruik. We zullen het heel scherp blijven volgen.

In de 2e plaats de vraag of het lukt om de werving van aantrekkelijke economische activiteiten op niveau te houden. Komt Dtc als centrumgemeente tot zijn recht?

Dtc moet zijn verdienvermogen behouden en waar mogelijk versterken. Dat betekent inzetten op revitalisering van de binnenstad, goed vestigingsbeleid met eventueel omzetting van bestemming van bedrijfsruimten naar woningen waar dat kan, adequaat parkeerbeleid, mobiliteit gericht op een autoluwe binnenstad met goede parkeervoorzieningen in de periferie. En bovendien ruim baan voor de fiets en goede stallingvoorzieningen. Op dit gebied hechten wij ook aan het belang van de aantrekkelijkheid van Dtc lokaal en in de wijdere omgeving op cultureel gebied. Daar maken Amphion, Gruitpoort, muziekschool en andere voorzieningen deel van uit.

In de 3e plaats lijkt het streven naar duurzaamheid op het spel te staan. Komen de ambities uit bijvoorbeeld de duurzaamheidsagenda tot hun recht?

De leefomgeving in en rond Dtc kenmerkt zich door landelijkheid, agrarische bedrijvigheid, logistiek en handel, en kansen voor toerisme. Die leefomgeving verandert en het is zaak om die verandering te sturen met het oog op behoud van klimaatdoelen, biodiversiteit en ruimtelijke aantrekkelijkheid. Leidend principe moet dus duurzaamheid en klimaatadaptatie zijn. D66 vindt dat duurzaamheid een leidend beginsel moet zijn bij elk beleidsinitiatief – waar dat zinvol en toepasselijk is natuurlijk. Zie Italië als meest recente voorbeeld waar men duurzaamheid onderdeel van het onderwijsprogramma wil maken. De korting op de inzet op duurzaamheid is dan ook heel jammer omdat nu alleen de verplichte taken aan de orde komen. Het college geeft aan dat er gevolgen zijn voor de gemeentelijke ambitie. We hopen het komende jaar op die ambitie terug te kunnen komen aan de hand van concrete beleidsinitiatieven, bijv. in de uitwerking van de duurzaamheidsagenda. In die zin zouden we graag een toezegging van het college hebben dat komend begrotingsjaar krachtig wordt ingezet op klimaat- en milieudoelen.

Voorzitter, met de begroting en de opgelegde taakstelling voor 2020 staan we voor een belangrijke uitdaging. Het verleden heeft laten zien dat ook in moeilijke omstandigheden de raad en het college in kritische samenspraak, elk vanuit hun eigen verantwoordelijkheid, tot resultaat kunnen komen. Wij spreken ons vertrouwen uit dat we daar ook nu weer in slagen.

Dank u voorzitter