Afgelopen december was het een paar weken aardig koud. Gevolgd door een recordzachte periode die soms al aan het voorjaar deed denken. In vijvers zag ik al Kaapse waterlelies bloeien. Vervolgens brak toch weer een koudere periode aan met enige witte neerslag. Kortom, op het echte voorjaar moeten we heus nog wel even wachten, maar het komt eraan.

We kunnen dan weer gaan genieten van de ontluikende natuur. Helaas staat die natuur wel zwaar onder druk.

Daarom is het een goede zaak dat onze gemeente de biodiversiteit, ook wel soortenrijkdom, probeert te herstellen. Dit doet zij door het op diverse plekken inzaaien van kruidenrijke mengsels. Dat geeft wel een ander aangezicht; een strak gazon maakt plaats voor een wat wildere invulling. Maar als het inzaaien aanslaat gaat dat in de loop van het voorjaar een kleurrijk spektakel opleveren, wat ook voor insecten en het bodemleven positief is.

In verhouding is het openbaar groen van de gemeente natuurlijk maar een klein deel van de totale oppervlakte van Drechterland. Iedereen met een tuin kan uiteraard ook een bijdrage leveren aan meer diversiteit. Denk hierbij bijvoorbeeld aan ‘tegels wippen’: minder verstening, meer groen. Echter, ook dat gaat nog maar om een relatief kleine oppervlakte.

De grootste winst in onze landelijke gemeente valt te behalen met een overgang naar een meer natuur-inclusieve landbouw. Bijvoorbeeld met meer kruidenrijke weiden en bufferstroken langs oevers. Voor agrariërs betekent dit natuurlijk nogal wat. We zien wel dat de biologische landbouw met een opmars bezig is en dat het met de verdiensten de goede kant op gaat. De afgelopen 10 jaar behaalden biologische landbouwbedrijven volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek zelfs een hoger saldo dan gangbare bedrijven.

De komende tijd gaan wij met lokale agrariërs in gesprek, over welke mogelijkheden zij zien in de ontwikkeling van biologische landbouw.

Sjon Wagenaar, fractievoorzitter