Al sinds het begin van het nieuwe beleid, januari 2018, is de huishoudelijke hulp in Eindhoven onderwerp van discussie. In het kort: men ging over op zgn resultaatfinanciering: cliënten weten niet meer hoe lang de hulp komt, maar het huis wordt wel ‘schoon en leefbaar’. In de praktijk een ruim begrip, zo blijkt. Een groot aantal huishoudelijke taken werd niet meer gedaan, dit zijn de incidentele taken zoals de koelkast van binnen schoonmaken en hoog stoffen. Dat zou een vrijwilliger moeten komen doen.
 
Een groot aantal Eindhovenaren heeft bezwaar gemaakt tegen dit beleid. Mensen wilden meer hulp, het proces was niet goed gelopen (men had helemaal geen beschikking bv), en de gemeente brak in bij lopende beschikkingen. Onze kritiek was dat de wethouder de verantwoordelijkheid teveel bij de zorgaanbieder had gelegd, die zorgaanbieder kreeg gewoon geld en mocht zelf bepalen hoeveel zorg er verleend zou worden. Als iemand dan klachten had, kon men niet terecht bij de gemeente maar moest het regelen met de zorgaanbieder samen. En de zorgaanbieders gaven vaak niet- thuis, beantwoorden mail en telefoon niet etc etc. Uitzonderingen daargelaten uiteraard.
 
In december 2018 bepaalde de hoogste rechter al dat er beschikkingen in uren afgegeven moeten worden. In Eindhoven hebben alleen de bezwaarmakers die duidelijkheid gekregen. De SP stelde vragen over rechtsongelijkheid; de wet hoort toch voor iedereen te gelden? De gemeente stelde dat er geen sprake is van rechtsongelijkheid; er zijn immers 2 groepen mensen; mensen die wel en mensen die geen bezwaar gemaakt hebben voor de huishoudelijke hulp. Juridisch correct, toch vinden wij dat onrechtvaardig.
 
Na deze uitspraak over duidelijkheid in uren, zijn er in juni een viertal proefprocessen geweest, deze casussen waren representatief voor de overige 200 mensen die officieel in beroep zijn gegaan. Afgelopen week is in deze beroepszaken een uitspraak gedaan door de rechter.
 
Ik wil u hieronder informeren van wat de rechter heeft uitgesproken, wellicht kunt u deze informatie gebruiken voor uzelf of een familielid.
De kernpunten zijn: 1. Er mag niet ingebroken worden op een lopende indicatie bij nieuw beleid, dit mag alleen bij wijziging van omstandigheden bij de cliënt. Dus had u een beschikking die tot bv 2024 nog doorliep? Dan moet die gehandhaafd blijven indien uw situatie ongewijzigd is. Ons inziens geldt dat ook voor beschikkingen die over begeleiding of wonen gaan. 2. De incidentele taken horen bij een schoon en leefbaar huis en de gemeente heeft niet aannemelijk gemaakt dat hiervoor vrijwilligers beschikbaar zijn. Dus de incidentele taken moeten wel degelijk worden uitgevoerd als er niemand is uit het netwerk die dit kan oppakken. 3. Het KPMG rapport (de basis voor de nieuwe beschikkingen) wordt door de gemeente verkeerd gebruikt. Alleen voor het hele cluster van activiteiten (woonkamer, slaapkamer, badkamer, keuken en gang) kan de totale tijd uit het rapport worden aangehouden. Dit wordt nu individueel toegepast en ze halen eruit wat niet nodig is. Dat mag dus niet van de rechter. Verder gaat de rechtbank gaat uit van de laatste niet omstreden indicatie of van het CIZ protocol. 4. Bij meer zorgmomenten per week is meer indirecte tijd nodig. Heeft u meerdere keren per week hulp? Dan wordt er meer indirecte tijd toegekend. Indirecte tijd is bv het klaarzetten van emmers, elkaar begroeten etc. 5. De gemeente is wel degelijk verantwoordelijk voor de uitvoering. 6. Tijd voor strijken hoeft niet te worden toegekend, indien de gemeente heeft onderzocht dat dit voor de betreffende cliënt niet nodig is. Ofwel; de gemeente moet eerst onderzoeken of strijken wel of niet nodig is, standaard afwijzen mag niet. 7. Tijd voor het schoonhouden van extra kamers hoeft alleen te worden toegekend indien wordt aangetoond dat die kamer(s) meer dan eens per week worden gebruikt. Nu worden kamers die weinig gebruikt worden standaard niet meegeteld in de berekening van de gemeente. 8. De gemeente moet de proceskosten voor de bezwaarprocedures gewoon betalen. Omdat er een aantal casussen is dat op elkaar lijkt, had de gemeente gesteld dat ze maar 1/4 van het verschuldigde bedrag zouden betalen. De rechter geeft de gemeente hierin ongelijk, waardoor de proceskosten verder oplopen (200.000euro ipv 50.000).
Naar aanleiding van deze uitspraak heeft de wethouder aangegeven dat de 4 mensen die het betreft extra hulp gaan krijgen. Wij vinden het onnodig alle beroepszaken te gaan uitvoeren en willen stellen dat het recht dat deze 4 mensen gekregen hebben, voor alle mensen die huishoudelijke hulp nodig hebben in Eindhoven, moet gelden.
 
Om dit te bereiken gaan we de komende maanden onze uiterste best doen! Heeft u individuele hulp nodig in verband met de zorg? Ik hoor u graag op onderstaand emailadres of bij ons Meldpunt Zorg.
Sylvie van Dijks.van.dijk@eindhoven.nl
NB. 24 september is over de HHO een openbare avond op het stadhuis, u bent hierbij van harte welkom! Exacte tijd is nog onduidelijk, en volgt op onze site.