Al een groot aantal jaren ijveren we voor verbreding van het fietspad over de Maas tussen Oeffelt en Gennep (N264). Middels deze brug over de Maas zijn Limburg en Noord-Brabant fysiek met elkaar verbonden. Een fietspad dat maar 2 meter breed is en dagelijks door ruim 3.000 fietsers gebruikt wordt, waaronder veel scholieren die naar de middelbare scholen in Cuijk en Boxmeer gaan. Het is daarmee een druk bereden fietspad dat een belangrijke regionale, verbindende functie vervult. Door de colleges van B&W van Gennep en het Land van Cuijk zijn meerdere acties ondernomen om te komen tot verbreding van het fietspad. Ook de provincies Limburg en Noord-Brabant zijn inmiddels doordrongen van de noodzaak tot verbreding van het fietspad en hebben hiervoor geld gereserveerd. Echter, Rijkswaterstaat heeft recent aangegeven de daadwerkelijke verbreding van de brug op de lange baan te willen schuiven. Pas in 2052 zouden we aan de buurt zijn! Op 4 november 2021 hebben de gemeente Gennep, de voormalige gemeente Boxmeer, de provincie Limburg en de provincie Noord-Brabant een brief aan de toenmalige Minister van Infrastructuur en Waterstaat (mevr. B. Visser) gezonden. In deze brief is het Rijk verzocht om haar verantwoordelijkheid te nemen en actief betrokken te zijn bij het voorbereidingsproces dat moet leiden tot verbreding van de fietsverbinding over de Maas. Tevens is het Rijk verzocht om bij te dragen aan de voorbereidingskosten als ook 1/3 deel van de realisatiekosten (totaal geraamd op € 5,25 miljoen), zodat het project daadwerkelijk gerealiseerd kan worden. In de brief geven de beide provincies Limburg en Noord-Brabant aan elk 1/3 deel (ad € 1,75 miljoen) ter beschikking te willen stellen aan de benodigde voorbereidings- en realisatiekosten. Dit zou betekenen dat er via de beide provincies dus € 3,5 miljoen beschikbaar is voor aanpassing van de fietsverbinding over de Maas tussen Gennep en Oeffelt. Minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat heeft op 29 juni jl. in antwoord op schriftelijke vragen van Tweede Kamerlid Van der Molen aangegeven dat ‘in zijn algemeenheid onder groot onderhoud niet valt het vergroten van de capaciteit van – in dit geval – een fietsverbinding.’ Toegespitst op de Maasbrug geeft de Minister aan dat ‘het vergroten/verbreden van het fietspad geen verantwoordelijkheid van het Rijk is, maar van beide provincies als wegbeheerders. Indien dit gewenst is, zijn de kosten en risico’s voor de initiatiefnemers. Indien voor de uitbreiding van het fietspad tevens aanpassingen aan de constructie vereist zijn, zijn ook deze kosten en risico’s voor de initiatiefnemers.’ In ‘De Gelderlander’ van 3 augustus 2022 wordt door de heer M. Rutten uit Gennep voorgesteld om te komen tot optische verbreding van het fietspad door het naar buiten plaatsen van de brugleuningen langs het fietspad. Hiermee kan het fietspad met ca. 75 cm verbreed worden. Tot het moment dat Rijkswaterstaat groot onderhoud aan de brug uitvoert (volgens laatste berichtgeving van Rijkswaterstaat over 30 jaar) kan deze maatregel voor de ‘time being’ een positieve bijdrage leveren de verkeersveiligheid van het fietspad over de Maas. De CDA fractie verzoekt het college van B&W de navolgende vragen schriftelijk te beantwoorden: - Bent u bekend met het artikel in ‘De Gelderlander’ van 3 augustus jl. dat betrekking heeft op het fietspad over de Maas tussen Gennep en Oeffelt? (https://www.gelderlander.nl/gennep/mat-uit-gennep-heeft-wel-een-idee-hoe-de-maasbrug-veiliger-te-maken-voor-fietsers-nu-is-het-levensgevaarlijk-hier~aa8a79c0/) - Wat vindt u van het door de heer M. Rutten voorgestelde plan om te komen tot verbreding van het fietspad over de Maas tussen Gennep en Oeffelt? - Bent u bereid om in overleg te treden met de provincie(s) en Rijkswaterstaat om te bespreken of het door de heer M. Rutten uit Gennep voorgestelde plan om te komen tot aanpassing van het fietspad over de Maas uitvoerbaar is? - Bent u bereid om in overleg met de provincie(s) te bespreken of zij hieraan uitvoering kunnen/willen geven op basis van de gedane financiële toezeggingen aan het Rijk in de brief van 4 november 2021?