Minister Ollongren in gesprek met Commissarissen van de Koning na kwestie “Gennep”.                                                            (Uit publicatie binnenlandsbestuur.nl door Wouter Boonstra – 30 september 2019). 

Bestuurlijke verhoudingen verstoord.                                                                                       Dat schrijft de minister in antwoord op Kamervragen van D66-Kamerleden Monica den Boer en Rens Raemakers. Op verzoek van de minister heeft de Limburgse commissaris van de Koning, Theo Bovens, haar via een ambtsbericht geïnformeerd over de aanleiding en achtergronden van het vertrek van burgemeester Peter de Koning. “De bestuurlijke verhoudingen binnen het college van burgemeester en wethouders zijn verstoord, zoveel is duidelijk. De burgemeester heeft uiteindelijk ook zelf hierin aanleiding gezien om ontslag te verzoeken”, schrijft Ollongren.

Geen rol of bevoegdheid vertrouwenscommissie.                                                                         De minister wijst er ook op dat er in deze aangelegenheid geen formele rol of bevoegdheid van de vertrouwenscommissie is weggelegd. Die is er alleen bij de benoeming en herbenoeming van een burgemeester (hierop heeft de raadsfractie van D66-Gennep een aantal malen openlijk gewezen). “In de praktijk is in veel gemeenten, zo ook in Gennep, een semipermanente vertrouwenscommissie, belast met het voeren van periodieke klankbordgesprekken met de burgemeester. De wet biedt die ruimte.  Van ontslag in de zin van artikel 61b van de Gemeentewet, verstoorde verhoudingen tussen burgemeester en de raad, gevolgd door een aanbeveling van de raad tot ontslag van de burgemeester, is dus in dit geval geval geen sprake”, concludeert de minister.

Stelsel bepaalt geheimhouding.                                                                                                   Met het oog op het vertrouwen van de burger in het openbaar bestuur moet maximale duidelijkheid worden gegeven over het ontslag van een burgemeester, maar wel met inachtneming van die zaken waarbij op grond van artikel 61b van de Gemeentewet geheimhouding rust, doceert Ollongren.                                                                                                                                      “Dat de gemeenteraad in die gevallen over meer informatie beschikt dan het publiek, vloeit logischerwijze voort uit het stelsel.” De burgemeester opereert in een lokaal-politieke context. Hoewel hij een onafhankelijke en onpartijdige positie inneemt, is hij voor zijn functioneren feitelijk afhankelijk van de raad, en afgeleid het college, schrijft de minister. “Uiteindelijk moet een burgemeester ook zelf het gevoel hebben dat hij zijn functie met gezag kan vervullen. Dat was hier niet langer het geval, er was naar het oordeel van alle betrokkenen sprake van een onwerkbare situatie.”

Gesprek met de Commissarissen van de Koning.                                                                    Over de rol van de commissaris van de Koning in dit soort situaties, als hoeder van de gemeentelijke integriteit, wijst Ollongren formeel op de wettelijke taak van de CvdK om toe te zien op een ordelijk verloop van de procedure met betrekking tot het ontslag van een burgemeester en dat deze kan adviseren en bemiddelen als er bestuurlijke problemen zijn en de bestuurlijke integriteit van een gemeente in het geding is. “Een en ander laat echter onverlet dat een burgemeester zelf de overtuiging moet hebben dat hij nog in voldoende mate kan functioneren.” Ollongren ziet geen aanleiding voor nader onderzoek. “Wel zal ik naar aanleiding van de casus Gennep de thematiek met de commissarissen van de Koning bespreken.”

Voor zover de antwoorden van de minister van Binnenlandse Zaken, mevrouw Kajsa Ollengren.

Een paar conclusies onzerzijds.                                                                                                    Wat de rol, taak en handelen van de “vertrouwenscommissie” betreft worden wij gesterkt in de opvatting, dat, zoals de Minister duidelijk aangeeft, de vertrouwenscommissie hun boekje te buiten is gegaan. Bij het gerezen conflict tussen de drie wethouders en de burgemeester is de volledige gemeenteraad niet gekend en nooit betrokken geweest.

De minister spreekt duidelijk uit, in haar antwoorden op Kamervragen van de D66 Kamerfractie, dat de vertrouwenscommissie in deze aangelegenheid volgens de wet geen enkele formele rol of bevoegdheid heeft en had. Conclusie onzerzijds, de procedure, inclusief rol van de wethouders en de vertrouwenscommissie, die in Gennep is gevolgd is niet in de geest van, en conform de Gemeentewet. Het doet ons deugd dat, mede gezien de discussies en reacties van diverse experts en publicaties in Binnenlandsbestuur.nl, dat de Minister, wat nu op landelijk niveau, “de casus Gennep” heet, zal gaan bespreken met de Commissarissen van de Koning met als mogelijk onderwerp: hoe te handelen in situaties zoals die zich in Gennep hebben voorgedaan.

Verder willen we nog graag het fijne weten van de bewering die volgens de griffie in juli door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en de VNG is gedaan, namelijk dat de vertrouwenscommissie, ook niet in een besloten raadsvergadering, over de gevolgde procedure de raad zou mogen informeren. Dit naar aanleiding dat de raadsfractie van D66-Gennep al direct in juli vroeg om een extra raadsvergadering. Een extra raadsvergadering ter opheldering van de reden voor het ontslag van de burgemeester.                                                                                                                          Uiteindelijk werd onder politieke druk, 11 weken later (16 september), toch een besloten raadsvergadering gehouden waarbij niet alleen raadsleden maar ook de drie wethouders, maar zonder burgemeester, aanwezig waren.