Onno Havermans (bron Trouw 15-11-21)

Uiteindelijk komt het aan op de uitwerking. De afspraken die zijn vastgelegd in het Glasgow Climate Pact, de slotverklaring van de 26ste klimaattop van de Verenigde Naties, zorgen voor gemengde gevoelens. Geen van de 197 landen is echt enthousiast, sommige zijn juist diep teleurgesteld. Ze hebben getekend omdat geen overeenkomst nog veel slechter zou zijn dan een akkoord dat veel aan de toekomst overlaat. Maar al zijn de hooggespannen verwachtingen niet waargemaakt, er is toch wel wat bereikt in Glasgow.

Zo is er geen twijfel meer over het doel de opwarming van de aarde te beperken tot hooguit 1,5 graad Celsius. Die opwarming is nu al bijna bereikt. Wordt dat 2 graden, zoals in het klimaatakkoord van Parijs als maximum is vastgelegd, dan is de schade door klimaatverandering al niet meer te overzien.

De maatregelen die veel landen al hebben aangekondigd om de uitstoot van broeikasgas te verminderen, schieten echter nog tekort. Daarmee komt de gemiddelde temperatuur eind deze eeuw toch hoger uit dan 2 graden. Om het gat naar 1,5 te dichten zijn meer maatregelen nodig en daar moet elk land het komende jaar extra plannen voor indienen, zo is afgesproken. Met name van de grote uitstoters China, de Verenigde Staten en India wordt meer verwacht,al staat dat natuurlijk niet zo in de slotverklaring.

Precies die drie landen speelden zaterdagavond de hoofdrol in de emotionele afsluiting van de top. Op het laatste moment kwam India met een mondeling amendement op de passage in de slotverklaring over het uitfaseren van kolencentrales waarvan de uitstoot niet wordt opgevangen. India wilde de term ‘uitfaseren’ afzwakken tot ‘omlaag brengen’. India vindt het oneerlijk dat landen met een opkomende economie hetzelfde worden behandeld als ontwikkelde landen die hun uitstootpiek al hebben gehad.

Het kreeg steun van China, dat achter de schermen liet blijken hierover met de VS al akkoord te zijn, als onderdeel van de gezamenlijke verklaring die de twee woensdagavond onverwacht naar buiten brachten. Ook in China en de VS stijgt het gebruik van kolen nog. Onder die druk werd het amendement geslikt, waarbij voorzitter Alok Sharma zijn tranen moest bedwingen.

De afgezwakte tekst blijft evengoed opmerkelijk. Voor het eerst is steenkool genoemd in de slottekst van een VN-klimaattop. Daar hoort nog een zin bij over het uitfaseren van inefficiënte subsidies op olie en gas. Ook die zin is afgezwakt, door toevoeging ‘inefficiënte’, maar toch: hier staat zwart op wit dat kolen, olie en gas de belangrijkste veroorzakers zijn van het klimaatprobleem. Dit is een grote overwinning voor klimaatactivisten als Greta Thunberg, al is het hen lang niet genoeg.

Met dit pact is de wereld niet gered. Er is nog geen uitzicht op het terugdringen van CO2 en methaan tot een niveau dat de schade ervan is te overzien. Er is veel extra geld toegezegd, zonder concrete afspraken, ook niet voor een schadefonds voor landen die nu al de gevolgen van klimaatverandering ondervinden. En er is eindelijk een afspraak over emissiehandel, maar die biedt nog ruimte voor gesjoemel waardoor de uitstoot minder afneemt dan in de boeken komt te staan.

Er is nog veel te doen in aanloop naar COP27, volgend jaar in Egypte.