Dat blijkt uit een analyse van bureau ERAC. De belangrijkste EU-potten voor directe benutting van het geld voor decentrale overheden zijn het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) en Connecting Europe Facility (CEF).

Kennisinstellingen

De overheid blijkt lang niet de grootste ontvanger van het Brusselse geld te zijn. Van de 4,7 miljard euro die sinds 2014 naar Nederland is gevloeid, kwam het merendeel (45 procent) terecht bij kennis- en onderwijsinstellingen. Zo’n 28 procent ging naar het bedrijfsleven en net iets meer dan een kwart naar de overheid. Binnen die overheid gaat het meeste EU-geld naar gemeenten, zo’n 29 procent.

Goede voorbereiding

Het gros van al het Europese geld – ruim 2,8 miljard euro, 59 procent van het totaal komt uit het Horizon 2020-programma met als hoofdbestemming kennis- en onderwijs. Uit de data-analyse blijkt heel duidelijk dat vooral wetenschappelijke onderwijsinstellingen ervan weten te profiteren: 95 procent gaat hun richting uit. Het hoger beroepsonderwijs komt er nauwelijks aan te pas. Dat is volgens ERAC-directeur Vincent Ketelaars deels een gevolg van ‘een minder goede voorbereiding’ aan hbo-zijde, deels van een sterk wo-gekleurde beoordeling in Brussel.

Nieuwe programmaperiode

In 2021 begint weliswaar de nieuwe programmaperiode, maar de huidige loopt nog tot 2023 door, dus er zijn nog kansen er gebruik van te maken. De ervaring leert dat het merendeel van de beschikbare Europese subsidiebedragen doorgaans in de eerste jaren wordt weggezet. Op zijn best loopt de teller voor Nederland volgens Ketelaars nog op tot 7 à 7,5 miljard euro.