Afgelopen woensdag waren de Provinciale Staten in een commissievergadering bij elkaar om te spreken over de groene toekomst van Groningen: de klimaatagenda. Vorige week hielden de Provinciale Staten hierover al een hoorzitting met diverse insprekers. D66 sluit zich aan bij het meerendeel van de insprekers van die hoorzitting: het is goed dat er deze klimaatagenda er nu ligt. Het is de nieuwe stap in het klimaatbeleid van de provincie Groningen. Fractievoorzitter Geert Kamminga was woensdag de woordvoerder: “We waarderen het dat de klimaatagenda integraal is, maar vooral ook dat deze meetbare doelen kent voor het komende decennium.” Wel gaf Kamminga het College nog een aantal tips mee, en had hij nog enkele vragen.

Professionele coöperaties

Allereerst vestigde D66 de aandacht op de Groninger energiecoöperaties. Groningen kent de hoogste energiecoöperatiedichtheid van Nederland. Deze coöperaties willen graag de volgende stap zetten en zich doorontwikkelen. Daarvoor zoeken zij budget om belangrijke voorinvesteringen te doen. De coöperaties zijn essentieel om de energietransitie van onderop waar te maken. Daarom wilde Kamminga van het College weten hoe ze de coöperaties willen ondersteunen vanuit een daarvoor bestemd fonds. Het College gaf aan dat deze coöperaties meer ondersteuning verdienen. Gedeputeerde Homan hoopt op korte termijn met een nieuw voorstel te komen om voorinvesteringen mogelijk maken.

Rendabele molens

Ten tweede stelde D66 de windprojecten van energiecoöperaties centraal. Kamminga: “De coöperatieve energiesector pleit voor goed ingepaste windprojecten: de dorpsmolens. Maar in sommige delen van onze provincie kunnen deze molens niet rendabel gemaakt worden en willen de coöperaties grotere molens.” De bekende groene EAZ-windmolens tot 15 meter werken op veel plekken uitstekend. D66 wilde graag weten van het College hoe de vraag om grotere molens wordt opgepakt. Het College voert het gesprek met gemeenten om meer zicht op de mogelijkheden hiervoor te krijgen.

Goed ingepaste zonneparken

Een derde onderwerp dat Kamminga namens D66 aanstipte waren de zonneparken. In het coalitieakkoord staat de afspraak dat zonnepanelen bij voorkeur gerealiseerd worden op bijvoorbeeld leegstaande bedrijventerreinen, daken van gebouwen en brakke grond langs snelwegen en spoorlijnen. Landbouwgrond worden daarbij niet uitgesloten, maar genieten niet de eerste voorkeur. Kamminga: “De provincie heeft de regie over zonneparken, maar dat wordt blijkbaar niet zo ervaren. Wat doet het College om de afspraak uit het coalitieakkoord uit te voeren?” Gedeputeerde Nienke Homan gaf hierop het antwoord dat gemeenten zonnevisies opstellen over hun eigen grond. Het provinciebestuur geeft daarbij gemeenten het vertrouwen hun eigen grenzen aan te geven en daarbij de rol van omwonenden en de plaats in het landschap in het oog te houden. De provinciale maatwerkoplossing van inpassing in het landschap en vormgeving van participatie in het buitengebied toegepast. Zo vormen de lokale zonnevisies samen met de provinciale maatwerkoplossing de provinciale zonnevisie.

Investeringsregeling voor de smalle beurs

Naast deze drie uitgelichte thema’s wilde D66 weten of de investeringsregeling voor mensen met een smalle beurs binnenkort al te verwachten is. Voor reguliere leningen komen zij niet in aanmerking, maar met deze regeling moet het mogelijk zijn toch te investeren in de energietransitie. De regeling moet omvatten dat hij terugbetaald kan woren uit energiebesparing. Het College zei hierop nog te wachten op een aantal rijksregelingen, maar dat ze verwachten snel daarna de regeling te kunnen presenteren.

Kansrijke waterstofeconomie

Tot slot wilde D66 het hebben over de economische kansen van de energietransitie. Het nationale investeringsfonds, ook wel bekend als het Wopke-Wiebesfonds, stelt twintig miljard euro beschikbaar om te investeren. D66 ziet graag dat een deel van dit geld in Groningen terecht komt om de waterstofeconomie te realiseren en wilde van het College weten hoe zij dit voor elkaar willen krijgen. Hier komt College bij de economische provinciale agenda graag op terug, maar stelde wel dat dit veel werkgelegenheid op kan leveren. De Nederlandse plannen voor de waterstofeconomie mogen wat D66 betreft flink ambitieuzer. Duitsland bijvoorbeeld investeert de komende jaren al dertig miljard euro in de waterstoftechnologie, en dat is slechts één deel van de waterstofketen.

Andere onderwerpen op de commissieagenda

Op de commissieagenda stonden ook de Regionale Energiestrategie en het Noordelijk Rekenkamer-rapport “Verdeling onder hoogspanning” geagendeerd. Over de RES stelde woordvoerder Kammiga: “Er ligt een realistisch conceptbod vanuit Groningen. Het is een optelsom van wat gemeenten samen al gedaan hebben en al van plan zijn. Groningen kan deze plannen dragen, en gemeenten hebben zelf aangegeven dat ze dit kunnen realiseren.” D66 had wel een aantal kritische kanttekeningen.

Kamminga: “Het gaat niet alleen over hoeveel gigawatt we gaan opwekken. We moeten er zelf voor zorgen dat de opbrengsten van windmolens en zonneparken ook in Groningen terecht komen. We moeten er zelf voor zorgen dat Groningse bedrijven een plaats hebben in de energietransitie. En we oeten wer zelf voor zorgen dat onze kinderen opleidingen krijgen zodat ze aan het werk kunnen in de nieuwe economie.” Deze concept-RES maakt dat wat D66 betreft onvoldoende duidelijk. Betaalbaarheid en lokaal eigendom moeten nog gevat worden in de omgevingswet. Instrumenten voor participatie moeten geregeld worden voor we de definitieve RES vaststellen. Daarnaast wil D66 dat Jong RES aan tafel komt bij de gesprekken daarover om ook jongeren inspraak te geven in hun eigen groene toekomst.

D66 bedankte de Rekenkamer voor het uitgebreide en belangrijke rapport, al ging het over enigszins gedateerd beleid. De enige vraag die D66 had was of het College ook een rol voor zichzelf ziet in de opwekking van energie. Het College gaf aan alle mogelijke rollen die de overheid kan spelen in de energietransitie te onderzoeken. Een publiek-private samenwerking zou wat D66 betreft geen slecht idee zijn, mocht de markt niet op een juiste manier kunnen voorzien in de vraag om groene energie. Het tegengaan van klimaatverandering door fossiele brandstoffen dient namelijk een groot publiek belang.

De klimaatagenda en de concept-RES staan voor de hybride commissievergadering van 30 september, die fungeert als Statenvergadering, weer geagendeerd als bespreekstuk. De aanbevelingen uit het Noordelijk Rekenkamerrapport gaan als hamerstuk naar de commissievergadering van 30 september.