Van Nieuw Zeeland, Hongkong, Nederland en Kenia tot Brazilië: over de hele wereld is een tweede pandemie gaande. Miljoenen mensen demonstreren tegen racisme en politiegeweld. Veel landen hebben hun eigen George Floyd. Over de hele wereld roepen miljoenen mensen om gelijke behandeling. Gelijke behandeling en het discriminatieverbod zijn in Nederland verankerd in onze grondwet. Het is met recht het eerste artikel daarvan: “Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst,levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.”

Zichtbaar maakt bewust

Gelijke behandeling komt er niet vanzelf, het belang ervan moet voortdurend benadrukt worden. Dit is waarom de Statenfractie van D66 in Groningen een jaar geleden in een motie voorstelde Artikel 1 van de Grondwet een plaats te geven in de ontvangsthal van het Provinciehuis. Door de permanente zichtbaarheid spreekt de Provincie Groningen zich uit voor de gelijkheid van haar inwoners. De motie werd aangenomen door de Provinciale Staten, en de uitwerking is in volle gang. Helaas heeft de coronacrisis geleidt tot enige vertraging van de uitwerking.

Bijzondere tijden

Het zijn nu bijzondere tijden. De corona-epidemie vraagt om anderhalve meter afstand. De virusuitbraak heeft grote impact op de zorg, economie, onderwijs en cultuursector. De pandemie doet ons beseffen dat we in een nieuwe samenleving terecht zijn gekomen waar fysiek contact veel minder mogelijk is. De maatregelen om het virus te bestrijden hebben grote impact op iedereen. Het virus toont echter ook de ongelijkheid. Er zit een groot verschil in de mate waarin groepen door het virus getroffen worden. De ongelijkheid is zichtbaarder dan ooit en de roep om gelijke behandeling is terecht harder dan ooit.

Artikel 1 in het Provinciehuis

De explosie van demonstraties voor gelijke behandeling doen ons beseffen dat we ons bewust moeten zijn dat ongelijkheid en discriminatie nog steeds bestaan. Daarom is het goed dat er in beide ingangen van het Provinciehuis in Groningen een verbeelding van ons eerste en belangrijkste grondrecht wordt gemaakt. Dit wordt uitgevoerd door jonge kunstenaars die daarmee een kans krijgen op een goede start in een tijd waarin kunstenaars wel een duwtje in de rug kunnen gebruiken. Juist nu, in een tijd waarin we samen tegen een virus moeten strijden, is het nodig vaart te maken met de zichtbaarheid van ons belangrijkste grondrecht.

Door: Carin Tappel, Statenlid in de Groningse Provinciale Staten