In 2002 is de Wet dualisering gemeentebestuur ingevoerd. Die wet brengt een duidelijke scheiding aan tussen enerzijds de raad (die een controlerende, kaderstellende en volksvertegenwoordigende taak heeft) en anderzijds het college (die de uitvoerende taak heeft). Voor ons is het onduidelijk hoe het college van de gemeente Hoeksche Waard hiermee omgaat. Er lijkt namelijk sprake van grensvervaging op het gebied van scheiding der bestuurlijke machten, alsmede in tijd en inhoud ongelijke informatie voor raadsfracties en in het verlengde daarvan een ongelijke controlerende en kaderstellende uitgangspositie.

Wij zijn ervan op de hoogte dat deze wet niet dwingend is opgesteld, dus dat iedere gemeente vrij is om hier een eigen invulling aan te geven. Er is echter niet voor niets getracht een belangrijke scheiding aan te brengen tussen de uitvoerende en de controlerende machten. Aan de burgemeester/griffier hebben wij via een mail om verduidelijking gevraagd, echter (nog) geen beantwoording mogen ontvangen.

Het college / de burgemeester wordt verzocht de volgende vragen schriftelijk te beantwoorden:

Zo nee, waarom niet?

Zo ja, wat gaat het college ondernemen om volledig in de geest van de Wet Dualisering Gemeenten te handelen?

Is het college met ons van mening dat kiezers die tot de achterban van de oppositiepartijen behoren minder belangrijk lijken dan die van de coalitiepartijen?

Zo nee, om welke reden niet?