Het 88 kilometer lange traject is niet meer van deze tijd: over een grotendeels enkelspoor rijden er verouderde dieseltreinen van Arriva. Ze kunnen het aanbod vaak niet aan, omdat er dagelijks 22.000 passagiers gebruik van maken. De bedoeling is dat deze treinen worden vervangen door moderne elektrische treinen.

Al lang gesprekken

Al tientallen jaren wordt gesproken over de aanpak van de Maaslijn. Ooit was het zelfs de bedoeling om de werkzaamheden in 2020 af te ronden. De besprekingen tussen het rijk en de provincies Brabant, Gelderland en Limburg liepen echter steeds vertraging op. Onder meer door gesteggel over geld en corona.

De provincies wilden een hogere bijdrage van de landelijke overheid. De verantwoordelijke staatssecretaris Vivianne Heijnen weigerde tot nu toe hiermee in te stemmen. “Het is ongelooflijk goed nieuws dat de schop nu echt de grond in kan”, zei ze tegen 1Limburg als reactie op de concrete plannen. “Voor reizigers is het enorm belangrijk dat de Maaslijn wordt opgewaardeerd en dat er straks minder kans op vertragingen is”. Of het Rijk nu wel over de brug komt, is onduidelijk. Ook in antwoord op Kamervragen hield Heijnen een slag om de arm. Ze liet wel weten dat ‘de Maaslijn een zeer relevant project voor de regio en voor het nationale spoornetwerk is.’

Over het hele traject wordt een bovenleiding aangebracht, waardoor er elektrische treinen kunnen gaan rijden. Bovendien wordt op vier plekken langs de Maaslijn een extra spoor aangelegd. Dit gebeurt in Cuijk en Boxmeer en in de Limburgse plaatsen Venray en Reuver. Op deze plekken wordt het aantal sporen van één naar twee uitgebreid en kunnen tegemoetkomende treinen elkaar passeren.

Verder worden op verschillende delen van deze noord-zuidverbinding bogen in het spoor ruimer gemaakt, zodat de treinen hun snelheid kunnen behouden. De rijsnelheid kan daar omhoog naar 140 kilometer per uur. Dat levert zeker 10 minuten tijdwinst op en het leidt tot betere aansluitingen op andere trajecten. Bij de uitvoering aan het project wordt ook de veiligheid van ruim twintig overwegen in onder meer Brabant verbeterd.