De Welstandcommissie (formeel commissie voor ruimtelijke kwaliteit) heeft op 19 april 2023 onderstaande brief aan het College van B&W Laren geschreven.

Wij menen opgrond van de ingediende gegevens dat het plan in afwachting van nadere informatie voor beoordeling moet worden aangehouden. Daarbij worden de volgende opmerkingen gemaakt:

Aan ons is gevraagd om een eerste reactie te geven op het voorliggende schetsontwerp. Wij menen op grond van de ingediende gegevens dat het plan in afwachting van nadere informatie voor beoordeling moet worden aangehouden. Daarbij worden de volgende opmerkingen gemaakt:

Het gaat hier om een aanpassingsvoorstel voor de vijver, de zogenoemde Coeswaerde, op De Brink in het centrum van Laren; een locatie die valt binnen de contour van het rijksbeschermd dorpsgezicht.

Voorgesteld wordt om de huidige betonnen vijverbak te laten vervallen ten gunste van een dieper aangelegde natuurvijver, waarvan het wateroppervlak 1,5 meter, en de bodem tot 2,5 meter onder maaiveld ligt. De vijver krijgt daarbij een andere vorm, een groter oppervlak en te begroeien schuin aflopende oeverranden. Met de voorgenomen aanpassingen wordt beoogd om een waterberging te creeren die in het geval van excessive regenval wateroverlast in het centrumgebied voorkomt. Naast tekeningen en steerimpressies van de nieuw aan te leggen vijver is ook een archeologische onderzoeksrapport voorgelegd. Tijdens onze vergadering van 1 april is met de Initiatietnemers over het voorstel van gedachten gewisseld.

Het gaat hier om een voor Laren belangrijke locatie en een vijver die sterk mede beeldbepalend is voor de belevingswaarde van het beschermd dorpsgebied in het algemeen en De Brink in het bijzonder.

In de toelichting op de aanwizing tot rijksbeschermd gezicht valt onder ‘nadere typering van de te beschermen waarden’ ondermeer te lezen dat: ‘Bij de aanduiding van het gebied Brink als beschermd gezicht ligt het accent op de herkenbaarheid van de verwerking van het transformatieproces van het agrarische brinkdorp tot torensen- en kunstenaarsdorp, in de periode 1880-1940. Bij dit proces werd de bestaande structuur opnieuw geïnterpreteerd en gewaardeerd, zodat een nieuwe ruimtelijke samenhang ontstond met behoud van de oude structuur.

Onderdeel van dit transformatieproces is de ontwikkeling van De Brink met Coeswaerde van een centraal gelegen ruimte met een natuurlijke waterkom als was- en drinkplaats voor vee, naar een meer parkachtig ingericht gebied met een kunstmatig aangelegde vijver waarin de omliggende bebouwing zich spiegelt.

De voorgestelde wijziging van de huidige kunstmatige vijver terug naar een natuurlijke vijver staat daarmee op gespannen voet met de hier te beschermen monumentale waarden.

met name gemotiveerd vanuit de wens tot het hier realiseren van een doelmatige waterbuffer, maar een onderbouwing vanuit cultuurhistorisch perspectief ontbreekt.

De inrichting van De Brink in het verleden vaker gewijzigd. Zo zijn in 1928 de toen aanwezige iepen gekapt met heraanplant van eiken en is de Coeswaarde van vorm veranderd en verplaatst. Voor een zorgvuldige beoordeling van de nu voorgestelde vijver is het voor de commissie belangrijk dat er een goed inzicht komt in de wijze waarop de inrichting van De Brink zich door de tijd heen heeft ontwikkeld, tot de huidige situatie, in de vorm van een cultuurhistorisch onderzoek (metwaardestelling).

Dit onderzoek ontbreekt op dit moment. Daarnaast ontbreekt ook goede informatie over de huidige situatie in de vorm van grotere doorsnedetekeningen over de vijver/De Brink die bijvoorbeeld de hoogteligging van de vijver verduidelijken. In afwachting van deze informatie wordt het plan daarom voor beoordeling aangehouden.

Met belangstelling zien wij de gevraagde aanvullende informatie tegemoet.