Als wethouder heb je vaak te maken met zogenaamde “wicked problems” – in het Nederlands het best vertaald als “ongestructureerde problemen”. Deze ongestructureerde problemen zijn complex omdat er sprake is van onvolledige, tegenstrijdige én steeds veranderende informatie. Een dergelijk probleem is eigenlijk niet op te lossen. Een voorbeeld van een “wicked problem” is het functioneren van de jeugdzorg.

Kort samengevat komt het erop neer dat het stelsel helemaal is vastgelopen. Waar nog niet lang geleden 1 op de 25 kinderen te maken kregen met jeugdzorg, zitten we nu inmiddels op gemiddeld 1 op de 7 kinderen. Het is ook niet vreemd dat de wachtlijsten en de werkdruk alleen maar zijn toegenomen. En niet in de laatste ook de kosten – waar gemeenten voor verantwoordelijk zijn. Ook niet vreemd is de roep vanuit de samenleving om dit probleem op te lossen.

Diverse pogingen tot hervormingen hadden precies dit doel. Wetenschapper Sharon Stellaard heeft met haar onderzoek “Boemerangbeleid” aangetoond dat bij die al pogingen niet alleen problemen niet zijn opgelost…er zijn met deze hervormingen weer nieuwe problemen veroorzaakt. Dit geldt ook voor de daaropvolgende hervorming. Op een gegeven moment belanden we op een punt waarin we de “nieuw” aangedragen oplossingen herkennen als de eerder gesignaleerde problemen van de eerdere hervormingen. Zie hier de verklaring voor de “boemerang” als beeldspraak.

Maar wat moet er dan gebeuren? Op 13 maart hebben we als gemeente een bijeenkomst georganiseerd met mensen uit het onderwijs, opvang, jeugdzorg en maatschappelijke organisaties voor de start van het “fundamentele gesprek over opvoeden, opgroeien en ontwikkelen”. Naast Stellaard was ook hoogleraar Zorg&Onderwijs Peer van der Helm als spreker aanwezig. Ook ik mocht als wethouder Jeugd en Onderwijs een kort praatje houden waarbij ik een poging heb gedaan een gezamenlijk een gedachtenoefening te houden.

Probeer je voor te stellen dat wij als gemeente een topvoetbalclub zouden zijn en onze kinderen de spelers van deze club. Wat is er dan nodig om tot de beste prestaties te komen? Van de voetbalclub weten we dat zij beschikken over de beste “state-of-the-art” trainingsfaciliteiten, de beste trainers op alle gebieden, coaches, speciale koks en faciliteiten om te ontspannen. Louis van Gaal hanteert het “totale-mens-principe” waarbij talent, gerichtheden en karakter invloed hebben op het functioneren van een speler én het team.

Als wij als gemeente en samenleving kinderen ook als ons belangrijkste kapitaal zouden benaderen, waarbij we overtuigd zijn dat ieder kind een of meerdere talenten te bieden heeft, wat voor professionals, voorzieningen en organisaties hebben we dan nodig? Zou het kunnen zijn dat we minder kinderen “met een probleem” gaan zien waar jeugdzorg voor nodig is? De komende tijd wil ik hier met meer mensen over in gesprek. Lijkt u dat ook leuk? Stuur me een berichtje en dan gaan we dat regelen.

Beeldspraak kan ons helpen om een complexe situatie beter te begrijpen.