Lachgas Afgelopen donderdag 19 september hield de raad van Medemblik zijn eerste vergadering na het zomerreces. Op de agenda stonden 4 raadsvoorstellen en 5 moties vreemd aan de orde van de dag. Een van de moties had als onderwerp: lachgas verbod en werd ingediend door het CDA ondersteund door VVD, Gemeente Belangen, PW2010, PvdA, BAMM en CU. De motie constateerde dat het gebruik van lachgas, als genotmiddel, de laatste jaren flink is gestegen. Hoewel lachgas sinds februari 2016 niet meer onder de geneesmiddelenwet valt, maar onder de Warenwet, is het gebruik van dit gas niet zonder risico’s. Dat die risico’s er zijn wordt ook onderschreven door o.a. het Trimbosinstituut, de GGD en de Jellinekkliniek. Naast gezondheidsrisico’s krijgen wij ook steeds meer klachten binnen van overlast in de buurt van plekken waar lachgas wordt verhandeld en gebruikt en van de rotzooi die in de openbare ruimte achterblijft. Voldoende argumenten voor de indieners om het college te verzoeken alle mogelijkheden na te gaan hoe, waar en wanneer het gebruik van en de handel in lachgas te ontmoedigen/te verbieden. Dan volgt er een debat, waarin de tegenstanders van deze motie aangeven dat alle risico’s van lachgas nog niet (helemaal) bekend zijn, het aantal gebruikers wel meevalt en dat verbieden juist uitnodigt tot gebruik. Voor wat betreft de risico’s en het aantal gebruikers kunnen we wachten tot het probleem zo groot is dat het niet meer beheersbaar is -zie hiervoor het voorbeeld van ons drugsbeleid - maar dan is het te laat. Verbieden heeft naar mijn mening wel zin. Natuurlijk is dingen doen wat niet mag spannend, maar houd dat ook spannend; stelen is verboden, te hard rijden ook, net als mishandeling en zo zijn er nog legio voorbeelden van verkeerd handelen, waarop gehandhaafd wordt. Bannen we daarmee het kwaad uit? Was het maar zo. Maar het is het waard op te treden om risico’s en overlast te beperken. Om niet over een aantal jaren te hoeven zeggen:”Hadden we maar eerder ingegrepen.” Piet Ligthart