Door Webredactie op 30 september 2021 om 18:04

Gebrandmerkte slachtoffers zo snel mogelijk helpen

Gebrandmerkte prostituees moeten worden geholpen bij het verwijderen van hun tatoeages, dat vindt ChristenUnie-Kamerlid Mirjam Bikker. In het tv-programma in het Vizier van De Jager van Omroep Gelderland werd vandaag duidelijk dat dit tot nu toe niet gebeurt. Vrouwen die door een pooier gebrandmerkt werden, hebben vaak niet het geld om dit brandmerk weg te laten laseren en verzekeringen vergoeden dit nog altijd niet.

Deze misstanden zijn niet nieuw. In 2015 werd er door middel van Kamervragen van deze partij om opheldering gevraagd. Helaas is de situatie na ruim zes jaar niets veranderd. Mirjam Bikker (ChristenUnie): “Deze afschuwelijke verhalen gaan door merg en been. Dit is moderne slavernij. Ik wil dat deze vrouwen daadwerkelijk hulp ontvangen en schoon schip kunnen maken. We mogen hen niet zelf laten opdraaien voor de verwijdering van deze brandmerken. Daarom vraag ik de minister om zo snel mogelijk met een regeling te komen zodat deze vrouwen de hulp krijgen waar ze recht op hebben.”

Schriftelijke vragen van het lid M.H. Bikker (ChristenUnie) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid:

Bent u bekend met de uitzending van Omroep Gelderland ‘In het vizier van de Jager’  d.d. 30 september 2021 en het artikel ‘Dit is moderne slavernij’: politiek wil vrouwen van brandmerk afhelpen?*

Vindt u het met de ChristenUnie-fractie zeer onwenselijk dat jonge vrouwen die slachtoffer zijn van loverboys zelf moeten betalen voor de verwijdering van hun verplichte aangebrachte tatoeages of andere aangebrachte brandmerken?

Heeft u in beeld hoeveel slachtoffers van brandmerking er in Nederland zijn? Zo ja, wilt u deze cijfers delen? Zo nee, zou dat gezien de terugkerende verhalen niet wenselijk zijn? Kunt u in dit antwoord het advies van de lector Veiligheid in Afhankelijkheidsstudies, mw. J. Jansen, betrekken?

Op welke wijze heeft de staatssecretaris van VWS na toezeggingen in 2014 om te spreken met zorginstellingen over het verwijderen van tatoeages van slachtoffers van loverboys, gevolg gegeven aan dit voornemen?

Wanneer heeft u, nadat eerder is gesteld dat het vergoeden van verwijderen van tatoeages geen probleem zou zijn, vernomen dat het ontbreken van een medische noodzaak door het Zorginstituut Nederland wordt genoemd als reden om toch geen vergoeding toe te kennen? Hoe beoordeelt u deze argumentatie?

Heeft u contact gehad met Zorgverzekeraars Nederland over schrijnende situaties die hierdoor kunnen ontstaan? Zo nee, bent u bereid dit alsnog te doen?

Welke mogelijkheden heeft u om zo spoedig mogelijk daadwerkelijk hulp en een vergoeding voor deze vrouwen mogelijk te maken en hoe gaat u hier werk van maken?

Kunt u deze vragen voor de behandeling van de begroting Volksgezondheid, Welzijn en Sport beantwoorden?