Nooit laten afweten, altijd doorgaan. Dat was zijn lijfspreuk. Spier behoorde tot de generatie die ‘als kind oud is geworden’. Hij zag 48 onderduikplekken, zat in concentratiekamp Amersfoort, meldde zich als vrijwilliger bij het Engelse leger en voegde zich na zijn opleiding bij de Royal Marine-commando’s. Als officier bij de Koninklijke Landmacht verbleef hij twee jaar in Indonesië. Bij de Allied Forces Radio in Batavia leerde hij schrijven en werd later journalist voor Het Parool. Na het zien van de eigenhandige verbouwing van zijn huis, moedigde Rietveld hem aan om zich om te scholen tot architect. Spier volgde dat advies, kreeg bekendheid dankzij zijn pakhuizen en zag het hoofdpostkantoor in Amsterdam als zijn laatste grote project.

‘De nieuwe generatie paart een gebrek aan betrokkenheid aan een grote mate van egoïsme. Daar zie ik een groot probleem in,’ zei Spier in een interview met de Volkskrant in 1995. Wij danken hem dat hij zo’n groot deel van zijn eigen leven onzelfzuchtig heeft gewijd aan zijn land, de mensen om hem heen en het vrijzinnig democratisch denken van D66.

Onze gedachten zijn bij zijn nabestaanden.