Inderdaad. Je bent ook coördinerend minister van Emancipatie. Wat is je beleid om die krachten in de Nederlandse samenleving te beheersen?

“Laat ik beginnen met dat de kerngedachte van diversiteit en aandacht voor iedereen in de samenleving begint met het besef dat een heleboel groepen in de samenleving in onze collectieve blinde vlek zitten en hebben gezeten, die niet de rol krijgen die ze verdienen en niet gewoon zichzelf kunnen zijn. We komen van ver en we hebben nog een lange weg te gaan naar een fundamenteel gelijkwaardige en rechtvaardige samenleving.”

“De discussie die je schetst rondom diversiteit gaat over de eigenheid van mensen. Mensen voelen zich persoonlijk aangesproken en dat is ook het verschil met andere discussies. Het gaat vaak over onszelf. Dat roept een hoop emoties op. Zeker in het onderwijs, met veel jonge mensen die zo vaak een veel betere antenne hebben voor wat er mis is in de samenleving. Ik heb geleerd dat doelgroepen aanspreken in een passende taal en met aandacht en respect voor waar zij zich bevinden ook de meest effectieve manier is om die, in mijn ogen uiteindelijk onvermijdelijke verandering door te zetten. In bepaalde christelijke kringen ligt de discussie rond lhbtiq+ op sommige aspecten moeilijk. Maar het helpt om samen in gesprek gaan vanuit een gemeenschappelijke waarde, naastenliefde bijvoorbeeld.”

“We willen naar een samenleving waar iedereen zich vrij kan voelen. Ik spreek ook liever over expansie dan inclusie. Bij inclusie moeten groepen zich vaak in de bestaande samenleving invechten, maar bij expansie verandert de samenleving zelf. De samenleving schept ruimte voor ondervertegenwoordigde en achtergestelde groeperingen.”