“Voor mij zit de kracht van D66 uiteindelijk in de vindingrijkheid en creativiteit van haar leden. Daar mogen we weleens wat meer gebruik van gaan maken, om politiek meer als een ideeënstrijd te gaan voeren. De tweede regeringsdeelname van D66 – na bovendien vier jaar in de constructieve oppositie – is een geweldige kans om ideeën om te zetten in beleid.

Maar deze tijd vraagt van D66 ook een nieuwe oriëntatie op visie. We zien dat politieke vertegenwoordiging steeds meer langs de lijnen loopt van verschillende groepen in de samenleving, terwijl de grote thema’s ons allemaal raken. De klimaatcrisis, de pandemie, de Russische oorlog in Oekraïne, maar ook de inflatie en de toenemende bestaansonzekerheid. Daar moeten we ons grote vragen bij stellen. In welke wereld willen wij leven? Wat vinden we rechtvaardig? Hoe organiseren we de democratie?

Bij de Van Mierlo Stichting werken we voortdurend aan zulke grote vragen, altijd vanuit het sociaal-liberale gedachtegoed. We trainen ook politici en leden in dat gedachtegoed. Zo hebben we een brugfunctie tussen de wetenschap, het maatschappelijk debat, de vereniging en onze landelijke politici.”