“Dit is voor mij dat ene boek dat je na lezing voor eeuwig opdringt aan vrienden en familie. Solomon deed tien jaar lang onderzoek naar ‘bijzondere families’: gezinnen met een kind dat doof is, met downsyndroom, meervoudige beperkingen, een transgender kind, een hoogbegaafd kind en een kind dat misdaden pleegt – allemaal kinderen die anders zijn dan hun ouders. Het is een echt onderzoeksboek, een flinke pil dus, gebaseerd op heel veel interviews en met veel verwijzingen. Wat me trof is hoe empathisch en persoonlijk Solomon het boek heeft gemaakt. Hij stelt de vraag die iedere ouder – en misschien ook wel ieder kind – kent: in hoeverre accepteer je als ouders je kinderen zoals ze zijn en in hoeverre help je ze om het beste uit hun leven te halen? Of zoals Solomon zelf zegt: How do we decide what to cure and what to celebrate? Uiteindelijk draait het boek om veel meer dan ouders en kinderen; het gaat over identiteit, vooroordelen, diversiteit, acceptatie en waartoe we in staat zijn voor en door liefde. Leerzaam en buitengewoon ontroerend.” ■