Ik ben makkelijk uit te tekenen aan de hand van 4 onderwerpen: familie, voetbal, onderwijs en politiek. Ik ben geboren op landgoed Keukenhof en dus opgegroeid in Lisse, in de prachtige bollenstreek, met mijn ouders, broer en zus. Kenmerkend voor Bollenstrekers is dat het nuchtere, harde werkers zijn. Dat hebben mijn ouders ook aan ons doorgegeven.

Wij brengen als familie veel tijd door op de voetbal. FC Lisse is onze club en ons gezin komt daar graag. Voor mij is er bijna niks mooiers dan de geur van versgemaaid gras, een zonnetje en dat je weet dat je dan een wedstrijd mag spelen. Op mijn achtste ben ik begonnen met voetballen, na een lange zoektocht van ballet, atletiek, turnen, zwemmen, vond ik eindelijk mijn passie in het voetbal. En dat is het nog steeds. Ik bleek talentvol en ging met de jongens voetballen om nog beter te worden. We hadden een heel leuk team en pakten het praktisch aan. Ik kleedde me thuis om, douchte in een scheidsrechtershokje of de trainer liet gewoon alle jongens wachten zodat de dame in hun team zich eerst kon omkleden. Uiteindelijk werden we in 1995 kampioen van de hoofdklasse en zouden we promoveren naar de 3e divisie landelijk. En uit die tijd citeer ik het volgende:

“Maar nu komt het punt discriminatie naar voren. Ik mag volgend seizoen waarschijnlijk niet met mijn maten naar de landelijke divisie, want wat wil het geval, ik ben een meisje dat wel op regionaal niveau bij de jongens mag voetballen, maar niet op landelijk niveau. Daar beslissen een paar grijze heren over, die mij nog nooit hebben zien voetballen en ze laten in een brief doorschemeren dat ik maar bij een damesvereniging moet gaan voetballen.”

Voorzitter, dit komt uit mijn handgeschreven tekst van jaren geleden. Om precies te zijn, is het 26 jaar oud en ik had het tegen de bobo’s van de KNVB. Zij hadden mij kort daarvoor verteld dat meisjes geen perspectief hebben in het voetbal.

In een vol restaurant aan de boulevard in Noordwijk en later ook live op radio 1 hield ik eigenlijk mijn echte maidenspeech, als 15-jarige Jeanet. In het hol van de leeuw vocht ik voor een kans om met mijn teamgenoten (jongens) te kunnen blijven voetballen. Mijn protest was in niet te misverstane woorden. Ik betichtte de bestuurders van discriminatie en vocht ik voor gelijkwaardigheid. En dat lukte. Ik kreeg toestemming en na mij volgden vele meisjes. Hierdoor heb ik het voetballeven van veel meisjes en jongens enigszins kunnen veranderen.