Vandaag is de laatste ministerraad voor de zomer. Ik heb daar de collega’s in het kabinet verteld wat ik via deze weg ook jullie graag zelf vertel. En dat is dat ik – nu het parlementaire jaar erop zit – stop als Staatssecretaris voor Infrastructuur en Waterstaat. Ik ga per 1 september aan de slag als Vice President en Directeur Europa voor het World Resources Institute. Het WRI is een wereldwijd kennisinstituut op het gebied van duurzaamheid, klimaat en ontwikkelingssamenwerking. Werken aan ‘groen’ blijft voor mij de rode draad in mijn werkende leven.

Ik zeg na elf jaar de landelijke politiek dus gedag. Een moeilijk besluit, want ik vind het ontzettend eervol om namens jullie voor D66 en voor Nederland te werken aan een groene toekomst. Maar zoals de politiek eind 2009 via Sophie in ‘t Veld en Alexander Pechtold op mijn weg kwam, zo is nu de tijd gekomen om weer een nieuw pad in te slaan.

Officieel stop ik eind volgende week, zodat ik mijn taken goed kan afronden en overdragen. Natuurlijk had ik het liefst ook het laatste staartje van deze demissionaire kabinetsperiode afgemaakt. Mede door het verloop van de formatie gaat dat helaas niet lukken.

Ik vertrek met een brede glimlach. Politiek is een prachtig vak, waar je ontzettend veel voor mensen kunt betekenen. Ik heb me volop ingezet voor een duurzame toekomst voor mensen en heb daar echt van genoten. Dat plezier hebben jullie volgens mij ook regelmatig bij mij kunnen zien.

Waarom ik dan toch stop? Omdat het na elf jaar tijd is om buiten de politiek nieuwe ervaringen op te doen. En het betekent ook dat er voor mijn privésituatie iets meer ruimte komt na hectische politieke jaren.

Ik vond het een eer om met en voor jullie te werken aan een van onze belangrijkste onderwerpen: de aanpak van klimaatverandering. Dat deed ik als Kamerlid onder meer door aan de nieuwe natuurwet te werken en te zorgen voor de sluiting van kolencentrales. En het lukte om in de kabinetsformatie van 2017 een ambitieus klimaatdoel in het regeerakkoord te krijgen. Dat was echt een kentering in de Nederlandse klimaataanpak. Daar mogen we als D66’ers trots op zijn.

Als staatssecretaris heb ik me ingezet voor het Klimaatakkoord. Ook hebben we de decennialange discussie over statiegeld op flesjes en blikjes tot een schoon einde weten te brengen. En staan de circulaire economie én de fiets stevig op de politieke agenda. Ik ben ook blij dat we het openbaar vervoer door de coronacrisis hebben geloodst. Er valt nog genoeg te doen, want we hebben niet alles bereikt, maar ik geloof in het compromis als stap vooruit naar je idealen.

Ik dank jullie zeer voor alle gesprekken en voor de steun die ik de afgelopen jaren heb mogen ervaren. Jullie ideeën zijn de basis voor wat wij in kamer en kabinet kunnen bereiken. Ik dank Alexander Pechtold voor het vertrouwen dat hij mij gaf, met een plek in de fractie en in het kabinet. Ik vertrek met een gerust gemoed, want onder leiding van Sigrid hebben we niet alleen een fantastische verkiezingsuitslag behaald, ik weet zeker dat onze groene ambities bij haar, bij Rob en bij de nieuwe fractie in hele goede handen zijn.

Ik kijk er naar uit jullie allemaal weer tegen te komen op de congressen en bijeenkomsten van de partij, want ik blijf uiteraard een zeer betrokken lid.