Uit de onderzoeken naar het leenstelsel blijkt dat studenten met ouders met een middeninkomen het meest in de knel komen. Voor studenten waarbij de ouders niet of weinig kunnen bijdragen is er nu een aanvullende beurs van maximaal € 400 per maand. Als de ouders opgeteld meer dan één keer het modale inkomen (à € 35.000 per jaar) verdienen, komt de student al snel niet meer in aanmerking voor deel van de beurs. Tegelijkertijd kunnen deze ouders met middeninkomens niet altijd voldoende aan de studie bijdragen.

D66 wil dat meer studenten een studiebeurs krijgen. Dat doen we door de grens van het maximale inkomen van de ouders te verhogen naar € 70.000 per jaar. Dat is twee keer het modale inkomen. Daardoor komen voortaan meer dan 60% van de studenten in aanmerking voor een beurs, of een gedeelte daarvan. Daar komt nog de belastingkorting bovenop.