Kabinet, maak vaart met noodwet voor coronamaatregelen

De afgelopen maanden zijn er in Nederland maatregelen genomen om het Coronavirus te bestrijden, waarbij rechten en vrijheden van mensen fors worden ingeperkt. Inmiddels zijn de regels wat versoepeld, maar er gelden nog steeds allerlei restricties. Zo is er een verbod op samenkomsten en evenementen, religieuze bijeenkomsten kennen een maximaal aantal deelnemers en restaurants en cafés zijn niet open.

De reden daarvoor, het beschermen van onze gezondheid, is natuurlijk terecht. Tegelijkertijd mag worden verwacht  dat de noodmaatregelen, vanwege de zware inbreuken die zij maken op het leven van mensen, kloppen. Deze maatregelen moeten democratisch gecontroleerd worden en ze mogen niet strijdig zijn met onze grondrechten. Op al deze punten is verbetering nodig. Het gaat bij grondrechten immers niet om een abstract juridisch begrip, maar om rechten die garanderen dat we in vrijheid kunnen leven. Het kabinet heeft een aantal weken geleden gezegd met een wet te komen, maar die laat op zich wachten. Maak vaart, is onze oproep. Deze situatie is niet lang meer houdbaar.

Ten eerste zijn de maatregelen nu vastgelegd in noodverordeningen van de veiligheidsregio’s. Dit gebeurt door de voorzitter van die veiligheidsregio, in de praktijk de burgemeester van de grootste gemeente uit dat gebied.

Die noodverordeningen zijn in toenemende mate problematisch. Het eerste probleem is het gebrek aan democratische controle. De noodverordeningen worden vastgesteld door de voorzitters van de veiligheidsregio’s, waarbij zij geen toestemming nodig hebben van de gemeenteraden. In een situatie van acute spoed valt dat nog te begrijpen, maar nu de maatregelen langer duren begint dit te knellen. Dit dient netjes in een wet geregeld te worden, na een goed debat in de Eerste en Tweede Kamer.

Want sommige maatregelen staan op gespannen voet met onze grondrechten, zoals de persoonlijke levenssfeer, de vrijheid van vereniging en vergadering en de vrijheid van godsdienst. Zo vallen ook samenkomsten achter de voordeur onder het verbod op samenkomsten. Sommige burgemeesters betogen ook dat demonstraties eronder vallen, en duidelijk is dat kerkdiensten eronder worden geschaard. Dat alles staat op gespannen voet met onze grondrechten. Ook dat vraagt een serieuze discussie in ons parlement.

Te meer omdat nu de reikwijdte van verbodsbepalingen ook in de praktijk tot vragen leidt. Met name als het gaat om samenkomsten. Want wat mag er dan wel en wat mag er niet? Is een verjaardagsfeestje in de tuin een verboden samenkomst? Mag je in het park met z’n vieren op afstand sporten? En als je dan nog even blijft napraten, mag dat ook? Het zijn vragen waarmee mensen én handhavers worstelen. Daarbij zien we dat regio’s met deze vraagstukken verschillend omgaan. Ook dat is reden om dit zo snel mogelijk duidelijk in een wet te regelen.

Inperking van grondrechten kan in uitzonderlijke gevallen gerechtvaardigd zijn. Zeker nu kan men zich voorstellen waarom een inperking noodzakelijk kan zijn om de gezondheid van mensen te beschermen. Maar ook in crisistijd mogen we onze rechtsstatelijke waarborgen niet vergeten. Nu duidelijk is dat de Corona-maatregelen voor een langere periode zullen gelden, moeten we eventuele inperking van onze vrijheden goed, doordacht en vooral in het openbaar regelen. Dat vergroot het draagvlak voor de maatregelen. D66 wil daarom de maatregelen voortaan bij wet regelen, met dus een openbaar en transparant debat in de Tweede en Eerste Kamer.  Het kabinet heeft ruim drie weken geleden toegezegd met een wet te komen. De tijd begint inmiddels te dringen. D66 roept op daar haast mee te maken. Op die manier kan er een goede discussie plaatsvinden over nut, noodzaak en afgrenzingen van verboden en is er een effectieve democratische controle. Onze rechtsstaat verdient die aandacht. Tijd voor een nieuwe aanpak!

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook