“Limburg is altijd al een hele actieve provincie geweest, met veel investeringen en betrokkenheid bij grote projecten. De komende jaren hebben we minder geld te besteden. Hierdoor wordt er nu te veel geaarzeld. Zaken worden snel weggewuifd naar het Rijk of de gemeente, terwijl het voor de Limburgers toch echt allemaal maar één overheid is. Ik vind dat de provincie zich moet buigen over de grote vraagstukken. De verduurzaming van Chemelot, toekomstperspectief voor boeren én gezonde natuur, opvang van vluchtelingen en de woningnood.

Als we nu niet die verantwoordelijkheid pakken voor de grote problemen van onze tijd, kun je de provincie net zo goed opheffen. Er wordt al snel gezegd dat er ergens geen geld voor is, maar dit gaat om keuzes maken. Niet die 80 miljoen in een vliegveld steken, bijvoorbeeld. Wel volle bak lopen voor de Einstein Telescoop in Limburg. Limburg moet lef tonen, ergens voor gaan en ergens voor staan.” Een doorn in het oog voor Jenneskens is de gedachte dat de provincie zich moet beperken tot haar kerntaken. “We hebben het in de politiek zo vaak alleen over de begroting, maar dat is niet het enige kapitaal waar we op moeten passen. We moeten ook investeren in onze natuur, in onze cultuur, het sociale weefsel van verenigingen dat mensen bindt. Het stoort me dat dat vaak wordt weggezet als een luxe terwijl dat zó wezenlijk is. We weten dat investeringen in cultuur bijdragen aan een sterk vestigingsklimaat, we weten dat sport en natuur bijdragen aan de volksgezondheid en we zijn de minst gezonde provincie van Nederland. Dan moet je als provincie júist investeren, Limburgers samenbrengen, je rol pakken en actie ondernemen. Mijn Limburg durft, heeft lef en ambitie. We willen iets? Dan gaan we ervoor!”