Vijfentwintig jaar gelden stond ik voor het eerst als vluchteling in Nederland, en ik had niet gedacht dat ik hier vandaag zou staan. Als techneut ben ik iemand die graag gelijk de inhoud wil induiken. Ik praat dus niet graag over mezelf, maar voor deze keer bij hoge uitzondering dan toch even wel.

Helemaal vanuit Irak ben ik hier heen gekomen, met als eerst opluchting dat we nu eindelijk in een land woonden waar je jezelf mag zijn, waar je mag zeggen wat je vindt, en waar je mensen kan vertrouwen.

Van thuis, Voorzitter, heb ik twee belangrijke dingen meegekregen. Allereerst het belang van onderwijs. Want vrij zijn begint met onderwijs. Daarnaast leerde ik een spreuk: “in plaats van klagen over het donker, steek een kaars aan”. Met andere woorden, als er iets niet goed is, doe er wat aan. Vanuit deze gedachte ben ik uiteindelijk ook politiek actief geworden. Want hoe kan je beter een mooiere wereld maken voor je kinderen, dan er zelf actief aan bijdragen.

Wat ik in mijn termijn als raadslid in Utrecht heb geleerd, is dat de meeste mensen deugen. Vanuit vertrouwen werken en handelen, is het beste voor iedereen. Of zoals Immanuel Kant het zo mooi schreef (vertaald uiteraard): “Handel zodat je de menselijkheid, zowel in je eigen persoon als in die van ieder ander, altijd tevens als doel, nooit alleen maar als middel gebruikt.” En zowel als mens, en als volksvertegenwoordiger en medewetgever, geef ik mijzelf dit als opdracht. En ik hoop dat ik daarin niet alleen zal staan.