Een ondernemer die de politiek ingaat. Het is een combinatie die zelden succesvol uitpakt. Ondernemers zijn eigenzinnig. Zij denken in rendement en efficiëntie. Een denkwijze die vaak haaks staat op de stroperige politiek. Waar het draait om lange vergaderingen, achterkamertjes en compromissen sluiten. Toch heb ik, als ondernemer in hart en nieren, besloten de overstap te maken. Ondertussen werk ik alweer vier maanden in Brussel. Een plek die mijn collega Derk Jan Eppink kent als zijn broekzak, maar waar ik nog iedere dag verdwaal. Niet alleen in de kolossale gebouwen van het Europees Parlement, maar ook in het papierwerk, de ellenlange discussies en chaotische stemprocedures. Samen met Derk Jan hebben wij onszelf de vrije opdracht gegeven om een tweewekelijkse column te schrijven. Twee verschillende persoonlijkheden, met verschillende achtergronden. Maar die voor dezelfde politieke idealen vechten in de bureaucratische Brusselse bubbel.

Na tien jaar in loondienst te hebben gewerkt besloot ik in 2001 om ondernemer te worden. Ik heb altijd mijn hart gevolgd en als ik ergens in geloof, dan ga ik het gewoon doen. Op 1 mei 2001, de Dag van de Arbeid, ging ik van start. En arbeid was het. Ik heb bedrijven opgericht, gekocht, samengevoegd en uiteindelijk alles in 2018 verkocht. Het was topsport en ik vond het mooi geweest. Als ondernemer ligt je s ’nachts wakker van je bedrijf. Het zit in elke vezel van je lichaam. Maar het plezier en het vuur dat ik al die jaren had gekend was verdwenen.                   

In 2016 leerde ik Thierry Baudet kennen op een bijeenkomst in Amsterdam. Al enige tijd was ik een ontheemde VVD-stemmer. Waar ik stabiel rechts van het politieke midden was blijven staan, was de VVD steeds verder naar links opgeschoven. Ik voelde mij daar niet meer thuis, en had geen idee meer wat ik moest stemmen op 15 maart 2017. Baudet vertelde over de plannen om zijn denktank - Forum voor Democratie - te veranderen in een politieke partij. Al snel zaten we op één lijn; Baudet wilde meer ondernemers in de politiek. ‘Mensen die met hun poten in de klei hebben gestaan. Die weten wat er speelt in de samenleving’, zei hij. Ik hoefde niet lang na te denken om mijn hulp aan te bieden. Hoewel het voor mij nooit de bedoeling is geweest om politiek op de voorgrond te treden vond ik het hard nodig om mij in te zetten voor Nederland. Zoals Plato ooit zei: ,,Één van de straffen voor het weigeren om aan de politiek deel te nemen, is dat je uiteindelijk wordt geregeerd door je minderen.”                   

Ik ben in 1966 geboren en opgegroeid in een vrij Nederland waar vrijheid van meningsuiting de normaalste zaak van de wereld was. Zo gewoon dat je het niet eens besefte. Maar dat is de afgelopen twintig jaar snel veranderd. De Westerse wereld is een kraamkamer van gekte geworden. Ik denk dat we het zo goed hadden dat het Westen zelf problemen is gaan zoeken. Na de moord op Pim Fortuyn heb ik nooit meer het idee gehad dan het nog goed zou komen met Nederland. Het was voor mij vluchten of vechten. Door de ontmoeting met Baudet, werd dat het laatste.

Het was op een zaterdagavond in oktober 2018 toen ik werd gebeld met de mededeling dat Derk Jan Eppink de lijsttrekker zou worden voor de Europese Parlementsverkiezingen. Ik had vanaf het begin mijn voorkeur voor Derk Jan uitgesproken. Een door de wol geverfde politicus, maar wel een met een eigenzinnige en ondernemende geest. Direct daarna kwam echter de onverwachte vraag: ,,Wil jij dan als nummer 2 op de lijst?” En zo onderga je dan ineens een onvoorziene transformatie van ondernemer naar volksvertegenwoordiger. Ik ben op 2 juli geïnstalleerd als Europarlementariër. Gekozen met 41.323 voorkeurstemmen ervaar ik het als een grote eer om de Nederlandse belangen in Brussel te vertegenwoordigen. Ik doe dat met dezelfde passie zoals ik ooit begon als ondernemer. Het plezier en vuur is terug. Gekomen uit een onverwachte politieke hoek.                   

Als Europarlementariër houd ik bij al mijn afwegingen vast aan mijn levensmotto; kosten, nut en noodzaak. Publiek geld is niet gratis. Bij veel politieke partijen hebben ze dat niet in de gaten. Zij denken dat een euro meer dan één keer kan worden uitgegeven. Hoe zouden ze dat thuis toch doen? Zouden zij een bedrijf kunnen leiden? Waarbij iedere investering zich moet terugverdienen. Waarachter keiharde arbeid schuil gaat.

In Brussel houd ik mij de komende jaren bezig met de commissies LIBE , ITRE en TRAN. Vertaald vanuit Brussels’ jargon: migratie, industrie, energie en transport. Ook zit ik in de delegatie voor de relaties met Rusland. Ogenschijnlijk heeft dit alles weinig met elkaar te maken, maar schijn bedriegt. Daar ga ik jullie, de kiezers, van op de hoogte houden.