In 2014 werd de Tsjechische oud-president Václav Klaus geïnterviewd in Elsevier. Tegenover journalist Jelte Wiersma maakte Klaus een onthullende opmerking over zijn collega regeringsleiders. Temidden van de Europese elites heeft hij zich nooit thuis gevoeld, zei Klaus. Hij noemt ze “een andere soort”. De reden is verrassend. De regeringsleiders kennen elkaar te goed. Hun contacten gaan terug op een zomerkamp. Er bestaat tussen die leiders een Europese Kameradschaft. Men kan menen dat dit een plus is, maar Klaus acht het een minpunt. Klaus wilde meneer Lubbers blijven zeggen of meneer Verhofstadt. De contacten nuchter en zakelijk houden. En ook met elkaar van mening kunnen verschillen zonder dat de “vriendschap” eronder lijdt.

De observatie van Klaus harmonieert goed met het vernietigend beeld dat Derk Jan Eppink geeft in zijn boek Europees Realisme van Jean-Claude Juncker: “Juncker put zijn inspiratie voornamelijk uit de cognacfles en denkt Europa te verenigen met lebberend gekus”. Laten we die cognacfles even terzijde zetten en inzoomen op het lebberend gekus. Scherp geobserveerd.

Klaus en Eppink hebben gelijk: Europa is niet een soort vriendenclub. Het geeft geen pas dat Juncker Frans Timmermans op zijn voorhoofd kust (Jasses!) of door de haren van vrouwelijke bewindslieden strijkt alsof hij een soort clown is die zich alles kan veroorloven. Maffiabazen mogen dan ondergeschikten in de wang knijpen, voetbaltrainers mogen de orde in de groep handhaven met emotionele uitbarstingen, maar bij democratische omgangsvormen past tevens lichamelijke terughoudendheid.

Klaus is een wijs man en van hem valt veel te leren. Maar hij is ook een moedig man en hij durft de consensus onder Europese regeringsleiders te tarten. In het Nederlands zijn twee boeken van hem verkrijgbaar en in beide boeken gaat hij in tegen de twee religies die Europese regeringsleiders blind omarmen.

De eerste religie is de klimaatreligie. Die is het voorwerp van Klaus’s Blauwe planeet (niet groen): de visie van een klimaatdissident. Met een grote hoeveelheid literatuurverwijzingen laat Klaus zien dat het mainstream discours over klimaat niet het juiste behoeft te zijn. Klaus heeft geleerd wat ideologieën kunnen doen voor de waarheidsvinding. In tegenstelling tot West-Europese intellectuelen weet men in Centraal-Europa dat een ideologie als het marxisme-leninisme hele generaties wetenschappers totaal kan afleiden van het pad van nuchter en onbevangen zoeken naar de waarheid.

Het tweede boek van Klaus is gewijd aan de immigratiereligie: de gekte van de open-grenzen-ideologie die niet alleen politici maar ook wetenschappers in de greep heeft. Klaus schrijft daarover in Volksverhuizing: korte toelichting bij de immigratiecrisis. Klaus’s stelling is dat de illegale immigratie naar Europa het karakter van een volksverhuizing heeft aangenomen en dat democratisch gekozen politici niet het morele recht hebben deze aan onwillige Europese burgers van natiestaten op te dringen.

Wie met dit soort ideeën Europa ingaat zal inderdaad niet door de haren worden gestreken door een benevelde Juncker en ook niet op zijn voorhoofd worden gekust. Toch is het wel goed dat nog steeds mensen blijven bestaan die tegen de tijdgeest durven in te gaan.

Klaus, Václav, Blauwe planeet (niet groen): de visie van een klimaatdissident, Aspekt, Soesterberg 2010.Klaus, Václav, Weigl, Jirí, Volksverhuizing,Uitgeverij Egmont, Brussel 2016.