Zet in op meer en betere hulp aan gezinnen, om te voorkomen dat kinderen uit huis geplaatst worden. Die oproep van GroenLinks en VVD aan het kabinet, krijgt steun van de hele Tweede Kamer.

Sinds de decentralisatie in de jeugdzorg is het aantal uithuisplaatsingen van jongeren in Nederland hoog. In 2019 woonden 46.000 kinderen kortere of langere tijd niet thuis. Dat is veel in vergelijking met andere Europese landen.

Uithuisplaatsing is een maatregel van kinderbescherming en is soms gedwongen en andere keren vrijwillig. Een kind kan uit huis worden geplaatst om verschillende redenen. Bijvoorbeeld als het wordt verwaarloosd of mishandeld of als de opvoeding voor de ouders te zwaar is, bij gedragsproblemen of problemen van of tussen de ouders. Kinderen worden opgevangen bij familie, pleeggezinnen of in instellingen.

“Uithuisplaatsing van een kind is altijd een traumatische gebeurtenis. Zowel voor de ouders als voor de kinderen. Daarom is het belangrijk dat we er alles aan doen om dit zoveel mogelijk te voorkomen en hieraan meer prioriteit geven. Bijvoorbeeld met meer inzet op ambulante en gezinsgerichte hulp”, zegt Tweede Kamerlid Lisa Westerveld.

De voltallige Tweede Kamer staat achter de oproep van VVD en GroenLinks aan het kabinet om met jeugdhulporganisaties en deskundigen een plan van aanpak te maken met heldere doelen en streefcijfers. Daarin komt te staan hoe het aantal uithuisplaatsingen te verminderen en meer gezinsgerichte hulp in te zetten.

Westerveld: “Zo werken we samen en doelgericht aan betere ondersteuning van kinderen en ouders die hard hulp nodig hebben. Hulp die past bij de situatie en gericht is op het belang van kinderen, zodat ze veilig en in de best mogelijke omstandigheden kunnen opgroeien.”