Minister De Jonge moet de grootste problemen in de jeugdzorg als een crisismanager aanpakken. Dat stelt GroenLinks aan de vooravond van een Kamerdebat over het aantal suïcides in de jeugdzorg.

 

‘Het systeem staat van alle kanten onder druk’, stelt GroenLinks-Kamerlid Lisa Westerveld. ‘Te veel radeloze jongeren krijgen geen hulp en warmte maar belanden op een wachtlijst of worden telkens overgeplaatst waardoor de problematiek verergert. Personeel moet roeien met de riemen die ze hebben en gaan gebukt onder een enorme werkdruk, gemeenten kampen met miljoenen tekorten, voortschrijdende inzichten landen niet op de juiste plek en instellingen die hun zaken wel op orde hebben zijn niet zeker van hun toekomst vanwege aanbestedingen. Ook met de helft van deze zorgen kun je spreken van een crisis.’

Voor Westerveld is het simpel: minister De Jonge moet voor alles de schade zoveel mogelijk beperken. ‘De politieke tegenstellingen zijn fors. Maar er moet Kamerbrede consensus zijn over het feit dat we jongeren met problemen moeten helpen. En dat we het aantal suïcides onder jongeren die een beroep doen op de jeugdzorg zo laag moeten krijgen als mogelijk. De minister is de meest logische persoon om te kijken wat er nodig is voor die doelen.’

Suggesties heeft Westerveld genoeg. ‘Wetenschappers en jeugdzorgwerkers hebben de meest urgente gevallen in beeld. Bespreek wat zij nodig hebben en regel dat. Daarnaast moet De Jonge er op toezien dat kennis sneller en beter wordt gedeeld. Specialisten hebben de afgelopen jaren nieuwe inzichten gepresenteerd. Niet alleen over de schade die je kwetsbare jongeren toebrengt door ze te isoleren, maar bijvoorbeeld ook over het behandelen van trauma’s en eetstoornissen of betere hulp binnen gezinnen. Alleen: ze landen niet goed in de jeugdzorg omdat de sector overspannen is. Daar moet De Jonge meteen mee aan de gang.’

Met abstracte vergezichten moet De Jonge in ieder geval niet meer aankomen. ‘Vergezichten over de toekomst van de jeugdzorg zijn echt voor later. Onderken dat er nu actie nodig is om de grootste problemen weg te nemen in deze sector. we hebben het hier over jongeren die het idee hebben dat ze door de muur waarachter ze verblijven onzichtbaar zijn. Wij moeten met elkaar aantonen dat we ze wel zien en dat we ze wel helpen. Ik wil van dit kabinet een uitgestoken hand zien richting deze groep, hun families en alle mensen die zich met hart en ziel inzetten in de jeugdzorg.’