Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen heeft de Partij voor de Dieren het voor elkaar gekregen om mestvergisters uit de subsidieregeling voor duurzame energie te krijgen . “Mestvergisters leveren nauwelijks energie op, geven overlast voor omwonenden en houden bovendien de bio-industrie in stand”, zegt fractievoorzitter Esther Ouwehand. In de Miljoenennota voor 2022 wordt €3 miljard extra uitgetrokken voor de zogenoemde ‘SDE++-subsidie’, bedoeld voor het stimuleren van duurzame energieopwekking. “Dat is uiteraard belangrijk, maar dan moeten we wel zorgen dat die miljarden effectief worden ingezet. Bij mestvergisting is dat niet het geval”, zegt Ouwehand. Mestvergisters hebben een zeer lage energieopbrengst. Bovendien bezorgen de mestfabrieken omwonenden hoofdpijn door de continue stankoverlast die ze afgeven. De installaties brengen ook nog eens groot ontploffingsgevaar met zich mee. Veel burgers verzetten zich al tegen de komst van mestvergisters in hun buurt. Ouwehand: “Er is geen enkel draagvlak voor.” Mestfabrieken zijn er dan ook vooral om van het mestoverschot af te komen. De Nederlandse veehouderij produceert ongeveer 25% meer mest dan dat het uit zou kunnen rijden wanneer alle landbouwgrond maximaal bemest zou worden. “Het is geen groene energie, maar bruine energie”, stelt Ouwehand. “Voor het mestoverschot bestaat een veel makkelijkere oplossing, namelijk aanpak bij de bron: minder dieren fokken, gebruiken en doden. Minder dieren betekent minder mest, en minder mest is minder problemen.” Met het schrappen van mestvergisters uit de subsidieregeling, is het nu zeer onwaarschijnlijk dat er nieuwe mestvergisters gebouwd worden, omdat ze zonder subsidie niet rendabel zijn. De druk om het aantal dieren in de veehouderij drastisch te verminderen, die vanwege de stikstof- en klimaatcrises toch al hoog is, wordt zo verder opgevoerd. De Partij voor de Dieren diende ook twee voorstellen in voor het schrappen van de (omstreden) subsidies voor het verbranden van bomen (houtige biomassa) en voor het ondergronds opslaan van CO2 . Het verbranden van bos gaat ten koste van (kwetsbare) natuur en dierenleven in het buitenland, en van de luchtkwaliteit in Nederland. Bovendien komt er juist veel CO2 vrij. Dit kan dus nooit duurzame energie opleveren. Het ondergronds opslaan van CO2 is risicovolle manier van symptoombestrijding, die er juist voor zorgt dat we langer afhankelijk blijven van fossiele brandstoffen. Deze moties werden helaas verworpen.