De €678 miljoen die het demissionaire kabinet heeft uitgetrokken om met technische maatregelen de stikstofuitstoot uit de veehouderij te verminderen, zullen weggegooid belastinggeld blijken. Dit stelt de Partij voor de Dieren in Kamervragen aan demissionair minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. “In het gunstigste geval blijft de uitstoot gelijk, en in het ergste, en meest waarschijnlijke, geval neemt die zelfs tóe,” zegt Kamerlid Leonie Vestering. “En beide gevallen zijn in strijd met de natuurbeschermingswet.” Dat zit zo: veehouders mogen hun aantal dieren uitbreiden, mits ze ervoor zorgen dat de stikstofuitstoot - door technische maatregelen zoals een ‘emissiearme’ stalvloer - niet toeneemt. Dat wordt intern salderen genoemd. Sinds begin 2021 is hiervoor geen nieuwe natuurvergunning meer nodig. Vestering: “Dat is zeer zorgwekkend, want daarmee heeft de overheid nog minder zicht op wat veehouders doen, in een tijd dat stikstof juist onder een loep moet liggen. Hierdoor wordt het makkelijker om te sjoemelen met stikstofcijfers, met meer natuurschade en dierenleed als gevolg." Bovendien stapelen de rapporten zich op waaruit blijkt dat technische stalmaatregelen, zoals luchtwassers of emissiearme stalvloeren, leiden tot een hoger risico op explosiegevaar en stalbranden. Daarbij reduceren de maatregelen structureel minder stikstof dan wat de producenten beloven. Er zijn ‘emissiearme’ stallen die zelfs voor méér uitstoot zorgen dan gangbare stallen. [1] “Het idee dat subsidies voor technische lapmiddelen de stikstofuitstoot zullen reduceren is dan ook compleet wensdenken,” zegt Vestering. “En daarmee blijft de overheid in overtreding van de wetten voor natuurbescherming, die voorschrijft dat de natuur niet mag verslechteren.” Door experts is reeds vastgesteld dat de stikstofuitstoot op korte termijn 70% moet verminderen om de verslechtering van de natuur een halt toe te roepen. [1] https://www.cbs.nl/nl-nl/maatwerk/2019/44/stikstofverlies-uit-opgeslagen-mest