Voor het eerst in jaren is er een doorbraak in de omschakeling naar proefdiervrij onderzoek. De Tweede Kamer nam hiervoor zes moties van de Partij voor de Dieren aan. Niet eerder sprak de Kamer zich zo duidelijk uit voor onderzoek zonder proefdieren. Jarenlang bleef het aantal proefdieren dat in Nederlandse laboratoria wordt gebruikt, schommelen rond de 450.000 dieren per jaar. Daarnaast wordt elk jaar een even groot aantal dieren ‘in reserve’ gehouden en later als ‘overtollig’ gedood, zonder in een experiment te zijn gebruikt. Ondanks dat de Kamer al die tijd met zorg over de onverminderde hoeveelheid proefdieren sprak, kwamen er nooit eerder concrete stappen om het aantal dierproeven te verminderen. Frank Wassenberg, Tweede Kamerlid van de Partij voor de Dieren en indiener van de zes aangenomen moties: “Het aantal dierproeven blijft veel te hoog. Dat betekent natuurlijk veel dierenleed. Maar het betekent vooral veel overbodig dierenleed. De meeste dierproeven zijn namelijk niet te vertalen naar de mens en leiden niet tot betere medicijnen of grotere genezingskansen. Patiënten, onderzoekers en dieren hebben er dus niets aan. Ook kost het veel onderzoeksgeld; geld dat veel beter besteed kan worden aan beter onderzoek zonder proefdieren.” Voor het eerst in lange tijd geeft de Kamer een duidelijk signaal af: de omschakeling naar proefdiervrij onderzoek moet worden versneld. De zes aangenomen moties van de Partij voor de Dieren betekenen een grote stap voorwaarts. De regering zal de aangenomen moties de komende maanden om moeten zetten in beleid. “Jarenlang was dit onvoorstelbaar. Iedereen in de Kamer had het over de noodzaak om meer te doen, maar als er gestemd moest worden gaven veel partijen niet thuis. Nu is dat anders. De Kamer zegt niet alleen dat we meer moeten doen om van proefdierenonderzoek af te komen, maar zet daar nu met de aangenomen moties belangrijke stappen in”, aldus Wassenberg. De aangenomen moties: