De Partij voor de Dieren vindt dat het kabinet meer geld moet uittrekken voor natuur in en rond steden en dorpen. Fractievoorzitter Esther Ouwehand heeft een voorstel ingediend voor een eenmalige investering van 40 miljoen euro in bestaande en nieuwe groengebieden zodat er voldoende bewegingsruimte wordt gerealiseerd voor alle Nederlanders, ook als zij in de stad wonen . In de eerste dagen van de verscherpte maatregelen tegen de verspreiding van het corona-virus zochten veel mensen het groen in hun woonomgeving op. De vele mensen op de stranden, in de bossen en in de parken lieten zien dat voor veel Nederlanders de natuur van groot belang is. “Maar we zagen ook dat groen in en om de stad schaars is. Op smalle bospaden en in kleine stadsparken bleek het praktisch onmogelijk om 1,5 meter afstand te houden van elkaar”, licht Ouwehand toe. ,,Er is te weinig groen voor de vele mensen, met name in stedelijke gebieden, om aan hun broodnodige frisse lucht en dagelijkse beweging te komen.” In het voorstel van de Partij voor de Dieren, vandaag ingediend tijdens het debat over het economische noodpakket, gaat de investering van 40 miljoen euro naar het programma Recreatie om de Stad (RodS). Sinds 2010 bouwt het kabinet de jaarlijkse rijksbijdrage van 40 miljoen euro aan deze regeling af, terwijl de verwerving en inrichting van het groen nog niet gerealiseerd is. Ook voor het beheer van bestaande recreatiegebieden lopen provincies tegen financieringsproblemen aan nu de resterende rijksbijdragen aan RodS aflopen. Ouwehand: “Door deze bezuiniging, ingezet door Henk Bleker, lopen plannen voor meer en betere natuur in en om de stad vast. Hoogste tijd om deze projecten vlot te trekken en meer natuur te creëren, zodat mensen de ruimte krijgen voor hun dagelijkse beweging en ontspanning in het groen. Dat is van vitaal belang om moeilijke tijden als deze draaglijk te houden.”