Senator Peter Schalk wil dat álle jongeren kunnen meedoen op de arbeidsmarkt. Juist ook als zij te maken hebben met een beperking. Lees hieronder zijn debatbijdrage in de Eerste Kamer én de motie die hij heeft ingediend.

"Ooit was er een meisje dat vanuit het speciaal onderwijs kwam om stage te lopen op mijn kantoor. Ze werkte in de huishoudelijke dienst. En ze liep ook stage op een paar andere plaatsen. Op zekere dag vroeg ik of ze het naar haar zin had. Het antwoord was prachtig: ik vind het hier fijn, want hier wordt tenminste niemand boos op mij. Inmiddels werkt deze vrouw al ruim 15 jaar op dat kantoor met een Wajong-uitkering. Ik kan prachtige verhalen vertellen over wat zij betekende op een kantoor vol hoogopgeleide medewerkers. Zij bracht een paar waarden mee, zoals onbevangenheid, onvoorwaardelijke trouw. Een dergelijke ervaring is al voluit reden om te kijken hoe mensen met een Wajong-uitkering geholpen kunnen worden om meer en beter te kunnen participeren. In die zin is dit een belangwekkend wetsvoorstel, ook omdat er balans nodig is tussen bestaanszekerheid en arbeidsparticipatie.Natuurlijk heeft mijn fractie ook oog voor de lastige punten bij een dergelijk wetsvoorstel.Mijn eerste punt is vooral om iets helder te krijgen over de urenbeperking.

Kan de staatssecretaris nader wil toelichten waarom het vaststellen van de omvang van de urenbeperking in de praktijk zo lastig zou zijn. Waarom kan bijvoorbeeld niet worden uitgegaan van de deeltijdfactor in het arbeidscontract?

Deze vraag klemt te meer, omdat de vaststelling van de urenbeperking niet toe te passen is in de Wajong, terwijl deze met vergelijkbare bezwaren wel in de WIA is opgenomen. Mijn tweede, en voor mijn eerste termijn belangrijkste punt gaat over de garantietermijn. Doel van deze garantiebepaling is dat inkomens, ook onder de nieuwe wet, op pijl blijven. Bijvoorbeeld wanneer Wajongers van baan wisselen.In de Tweede Kamer is dit punt ook uitvoerig aan de orde geweest. Uiteraard is het niet de bedoeling om dat over te doen, maar in de ontstane situatie is het van belang om even terug te kijken. Het wetsvoorstel gaf in eerste instantie een garantietermijn van 2 maanden aan. Dat was natuurlijk heel ingewikkeld, omdat slechts 20% van de Wajongers binnen 2 maanden nieuw werk vond, terwijl uit cijfers van de Monitor Arbeidsparticipatie blijkt dat slechts 68% binnen 2 jaar werk vindt. Vandaar dat de Tweede Kamer begon met te vragen om die termijn op te rekken naar 3 jaar, waarvoor de kosten geraamd werden op 84 miljoen euro. Het leek wel een beetje op uitonderhandelen, want via amendementen die om 2 jaar garantie vroegen, met een kostenplaatje van 67 miljoen, is uiteindelijk een amendement aanvaard, waardoor in het gewijzigde wetsvoorstel staat dat de herlevingstermijn van het garantiebedrag wordt uitgebreid naar 1 jaar. Blijkbaar vond een ruime meerderheid dit van belang, ondanks de kosten van 47 miljoen.Maar voorzitter, dat was in november 2019. Inmiddels is de situatie ingrijpend veranderd. De corona crisis heeft enorme economische gevolgen. De positie van Wajongers is daardoor ernstig verslechterd. Immers, ten tijde van de wetsverandering in de Tweede Kamer, dus in een tijd van hoogconjunctuur, stonden nog steeds 60.000 Wajongers aan de kant. Niet zomaar even, maar langdurig! Wat de consequenties van de huidige crisis zullen zijn, daar kan ik alleen maar naar raden, maar het zal heftig zijn. Juist nu is het nodige dat de wetgever oog heeft voor de veranderende situatie. Mijn vraag aan de staatssecretaris is dan ook op welke wijze zij tegemoet kan komen aan de kwetsbaren op de arbeidsmarkt. Concreet ziet de fractie van de SGP drie routes:

De eerste is de gebruikelijke, gemakkelijk toe te zeggen, maar nog erg vaag voor dit moment, maar wel van belang voor de toekomst. Dat is de route van de evaluatie op korte termijn. Is de staatssecretaris bereid om uiterlijk twee jaar na invoering van de wet een evaluatie uit te voeren, specifiek op dit punt van de garantietermijn? Een tweede route is die van flankerend of tijdelijk beleid. Mijn fractie denkt dan aan de spoedwetgeving in het kader van de crisis, waarin flankerend beleid kan worden opgenomen, dat geldt voor de tijd dat de crisis aanhoudt. Welke mogelijkheden ziet de staatssecretaris in flankerend en tijdelijke beleidsmaatregelen? De derde optie is te kijken naar de invoeringsdatum. Het zal lastig zal zijn om onderdelen te knippen, dus dan is het de vraag of de inwerkingtreding van het wetsvoorstel kan worden uitgesteld. Het budgettaire beslag is beperkt op het geheel van de corona maatregelen. Kan de staatssecretaris aangeven of uitstel een optie is, zodat deze groep kwetsbaren niet in het hart van de coronacrisis geconfronteerd worden met de voorgestelde maatregelen?

Voor de fracties van de SGP is en blijft het duidelijk dat er balans nodig is tussen bestaanszekerheid en arbeidsparticipatie. Deze wet kan daarbij helpen, maar het is van belang om nog even goed in te regelen op de ontstane situatie door de corona crisis. Ik zie uit naar de antwoorden van de staatssecretaris.

De Kamer, gehoord de beraadslagingen,Constaterende dat het wetsvoorstel Verdere activering participatie jonggehandicapten en harmonisatie wajongregimes in de Tweede Kamer is vastgesteld in 2019,Constaterende dat inmiddels de economische omstandigheden door de coronacrisis ingrijpend zijn veranderd, waardoor de uitgangspositie van Wajongers ernstig is verslechterd,Overwegend dat de betreffende groep die gewoonlijk al een kwetsbare positie heeft op de arbeidsmarkt, in het huidige tijdsgewricht nog geringere kansen heeft op een snelle terugkeer in betaald werk,Overwegende dat door sterke monitoring de gevolgen voor de doelgroep vroegtijdig in kaart gebracht kunnen worden,Verzoekt de regering in de spoedwetgeving tijdelijke maatregelen te treffen waardoor de garantietermijn voor wajongers ten tijde van de fase waarin de coronacrisis voor deze doelgroep doorwerkt op economie en arbeidsmarkt tijdelijk wordt verlengd tot 2 jaar,En gaat over tot de orde van de dagSchalk