Om te beginnen valt die beloofde en verwachte economische groei wel mee. Zelfs in de meest optimistische scenario’s is de economische groei maar een klein beetje. Wij zullen er dus niet zoveel van profiteren. Degenen die er wél van gaan profiteren, dát zijn de bedrijven. Het bedrijfsleven had sowieso een grote vinger in de pap tijdens de onderhandelingen over dit akkoord. Uit recent onderzoek is gebleken dat de toegenomen handel tussen Canada en de EU in de afgelopen twee jaar bijna alleen maar in het voordeel is geweest van oliebedrijven. En dat nota bene in een tijd van klimaatverandering.

Grote bedrijven krijgen nog meer macht

Als de Tweede Kamer instemt met CETA dan kunnen buitenlandse investeerders beslissingen van de regering of gemeenten aanvechten. Dat zit zo. Als we bijvoorbeeld de gaskraan in Nederland willen dichtdraaien, het minimumloon willen verhogen zodat de lonen in Nederland eindelijk gaan stijgen, of als we vastgoedbeleggers willen aanpakken die in Nederland onze huizen opkopen. Als wij deze dingen in onze democratie besluiten, dan kan een Canadese investeerder opstaan met het CETA-verdrag in de hand, en zeggen dat dat niet goed is voor zijn winst. Ook Amerikaanse bedrijven kunnen gebruik maken van dit verdrag. 80% van de Amerikaanse bedrijven actief in de EU hebben een dochteronderneming in Canada. CETA zet dus de achterdeur open voor claims uit Amerika. Bedrijven kunnen dan beslissingen die wij zelf nemen over ons eigen land saboteren. Ze kunnen ons land onder druk gaan zetten en dreigen met miljardenclaims.

Mensen krijgen minder zeggenschap

Gewone mensen, zoals jij en ik, kunnen géén aanspraak maken en claims neerleggen als wij benadeeld worden door diezelfde bedrijven. Dit verdrag zorgt ervoor dat we met zijn allen minder te zeggen krijgen over wat van ons allemaal hoort te zijn.