Donderdag debatteert de Tweede Kamer over de toekomst van Tata-Steel. Dat de toekomst van de vervuilende staalproducent nu een doodlopende weg is, dat ziet iedereen. Een plan voor groene productie gloort aan de horizon, maar die discussie kan niet zonder de vraag: wie profiteert daar nu écht van? En vooral, hoe zorgen we ervoor dat de omwonenden écht profiteren van een gezonde leefomgeving? Voor het antwoord op die vraag horen we te kijken naar van wie de staalfabrieken zijn. Nationaliseer de staalgigant, bepleit SP-Kamerlid Renske Leijten, en zorg dat de toekomst van de IJmond niet in handen ligt van aandeelhouders die enkel kijken naar hun eigen winst.

Vorige week schokte de uitkomsten van het onderzoek van het RIVM velen opnieuw. De omgeving van Tata-Steel en zeker de inwoners van Wijk aan Zee worden veel meer blootgesteld aan lood en kankerverwekkende stoffen dan elders in Nederland. Voor de ontwikkeling van jonge kinderen is dit desastreus. De vraag is niet óf mensen gezond naast het huidige Tata Steel kunnen leven, maar hoe we dat in de toekomst voor de inwoners van Wijk aan Zee, Beverwijk, Heemskerk, IJmuiden en wijdere omgeving gaan bieden. Eén ding weten we zeker: de Indiase aandeelhouder gaat dat niet doen. Al sinds 2009 is bekend dat een paar fabrieken die onderdeel zijn van de staalproductie eigenlijk gesloten moeten worden. Het moederbedrijf heeft daar geen enkele stap voor gezet en de toezicht- en handhavingsdiensten staan erbij en kijken ernaar. Onmachtig door verkeerde normen en ook niet aangespoord door lokale en provinciale politiek.

Zonder investeringen van het Rijk gaat de aandeelhouder niet zorgen voor groen staal. Gekker moet het natuurlijk niet worden.

Want tot heel recent werd kritiek op de gezondheidsschade door de staalproductie altijd ondergeschikt gemaakt aan de belangen van de industrie en werkgelegenheid. Dat dit in het belang van de aandeelhouder was, is evident. Die hoefde geen winst te investeren in vervanging van fabrieken met giftige uitstoot. Het ontbreken van een strategie voor de staalproductie in IJmuiden leidde zelfs tot een grote staking in 2020. Ondanks de grote winsten die nu behaald worden – de staalprijs is gunstig hoog – leidt dat niet tot het snel sluiten van de schadelijke productiefabrieken.

Nu er een plan voor groene staalproductie ligt, kijkt iedereen naar dezelfde politiek die het vervuilende Tata-Steel altijd zijn gang liet gaan. Er wordt gekeken om de portemonnee te trekken, want zonder investeringen van het Rijk gaat de aandeelhouder niet zorgen voor groen staal. Gekker moet het natuurlijk niet worden. Jarenlang zijn winsten onttrokken ten koste van de gezondheid van de regio en nu moet er belastinggeld naar de productie om de winsten straks weer aan de aandeelhouder te laten zijn.

De groene toekomst is één van de scenario’s voor het oude Hoogovens in IJmuiden. Maar die plannen leiden pas over een aantal jaar tot gezondheidswinst voor de regio. Dus het moet sneller. Daarom moet de overheid nu de staalproducent nationaliseren om te zorgen dat de regie over de gezondheid van de regio en de toekomst van het bedrijf niet in handen ligt van een aandeelhouder die IJmuiden enkel gebruikt om leeg te melken.

You must have JavaScript enabled to use this form.

Hou mij op de hoogte van belangrijk nieuws *

Ik wil belangrijk nieuws van Lilian en de SP ontvangen