Bovendien, de NAVO is in crisis. Het bondgenootschap, ooit opgericht ter verdediging van het grondgebied, is een anachronisme, met steeds meer lastige, agressieve leden. Wat te denken bijvoorbeeld van het optreden van Turkije in Syrië? Maar de Russen, hoor ik u denken. Er is inderdaad van alles aan te merken op Rusland en zijn leider, Poetin. Maar een serieuze militaire bedreiging vormt dit land voor de NAVO niet. De militaire uitgaven van Rusland liggen ruim tien keer (!) lager dan die van de VS. Als de NAVO afziet van het uitbreiden van de invloedssfeer in wat vroeger de Sovjet-Unie was, is de kans groot dat de-escalatie van de spanningen tussen Oost en West het resultaat zal zijn.

Het is voor Europa dé uitdaging van de 21ste eeuw om op zoek te gaan naar een nieuwe veiligheidsarchitectuur voor het continent, een gebaseerd op samenwerking, met zowel Rusland als de VS, waar China natuurlijk ook bij betrokken moet worden. Alleen met samenwerking kan onze veiligheid op lange termijn gegarandeerd worden.

De adviseur van president Trump begreep mijn vraag hierboven direct. Zij vertelde dat de president jaarlijks honderden miljarden uitgeeft aan het militair-industrieel complex. Dit terwijl gewone Amerikanen geen medicijnen of een studie voor hun kinderen kunnen betalen. Trump kan het binnenlands niet verkopen dat hij wel, maar andere landen niet hun bijdragen vergroten; dat deze landen hun prioriteit elders leggen, bijvoorbeeld bij zorg en onderwijs. Nu, met COVID-19, wordt dat contrast nog scherper.

De resultaten van decennia aan verre oorlogsvoering door de NAVO rechtvaardigen geen extra investeringen in dure wapensystemen. Het loslaten van de 2 procent norm is daarom een goede eerste stap. Het schept ruimte voor een eigen, Nederlands buitenlandbeleid. Voor een politiek die het nationale belang daadwerkelijk voorop stelt. De belangen van de bevolking, uiteraard. De Amerikanen begrijpen het echt wel.

Deze tekst verscheen in de Telegraaf op 06-06-2020