Meer ongereguleerde arbeidsmigratie, dat wil Rob Jetten van D66. De partij propageert al tijden flexwerk en leent zich voor de lage-lonenlobby. Dit standpunt is symbolisch voor de blinde vlek van de elite voor de onzekerheden van heel veel mensen, hier én daar.

“We hoeven geen nieuwe wegen, we willen onze jongeren terug”, zei een inwoner van Letland in Nieuwsuur over de gevolgen van arbeidsmigratie in de EU. Een op de drie jongeren is vertrokken en dat levert grote problemen op voor de Letse samenleving. Van de volksverhuizing profiteert vooral het grootbedrijf in zijn honger naar lage lonen en hoge winsten. Oekraïners werken in Polen, Polen werken in West-Europa. En Nederlanders zonder werk of met een arbeidshandicap komen nauwelijks aan de bak. Zelfs niet met economisch hoogtij.

Daarnaast blijven de lonen in Nederland al jaren achter. En dat is verklaarbaar. De Nederlandsche Bank stelde vorig jaar dat het achterblijven van de lonen voor pakweg de helft te wijten is aan flexwerk. Niet alleen worden flexwerkers slechter betaald, ook durven mensen die wel een vaste baan hebben minder eisen te stellen uit angst hun werk te verliezen.

Flex is verdienmodel

Ongereguleerde arbeidsmigratie is precies dát: een extreme verschijningsvorm van onzekerheid en het verzwakken van de positie van werknemers. Het is niet voor niets dat de bedrijvenlobby pleit voor nog meer arbeidsmigratie. Flex is hun verdienmodel.

In een stuk  ‘Dertien oorzaken waarom de lonen niet stijgen en de winsten wel’ schrijft Mirjam de Rijk dat de vijver waaruit werkgevers hun werknemers kunnen kiezen de afgelopen decennia systematisch groter is geworden. Het bevorderen van de komst van arbeidskrachten uit de EU wijst ze als een van de oorzaken aan. Zo’n  grotere vijver betekent minder onderhandelingsmacht voor werknemers, zegt De Rijk, inmiddels hoofd van de cao-onderhandelaars bij de FNV.

Ook de Rabobank merkt in een publicatie van augustus 2018 het effect van mondialisering van productie en kapitaal op. De internationalisering kan ervoor zorgen dat werknemers in eigen land vaker wedijveren met buitenlandse krachten. “Het is goed mogelijk dat de arbeidsmarkt minder krap is dan de Nederlandse werkloosheidscijfers doen vermoeden, waardoor de cao-lonen minder hard stijgen dan bij dezelfde werkloosheid zegge tien jaar geleden.”

Onder de gordel

Wie zoals wij een kritisch geluid over dit systeem laat horen, moet rekening houden met stoten onder de gordel. Zoals het verwijt dat het kritiek is op migranten. Het zijn echter juist de kinderen van niet-westerse migranten die vaker flexcontracten en lagere lonen hebben. Oftewel: vooral migranten hebben last van nog meer ongereguleerde arbeidsmigratie.

Het Nederlandse bedrijfsleven lijkt vooral geïnteresseerd in het korte termijn economische belang: het vervullen van vacatures, lage lonen en hoge winst. Het arbeidsmarktbeleid overlaten aan de bedrijvenlobby zorgt ervoor dat de overheid geen regie meer heeft.

Zonder regulering van de arbeidsmigratie weten we niet waar en hoeveel arbeidsmigranten in Nederland wonen en werken. Dat maakt inspecteren op uitbuiting lastig en integratie van nieuwkomers nagenoeg onmogelijk. Ook daarom moet Nederland weer zeggenschap krijgen over wie hier komt werken en onder welke voorwaarden. Alleen dan kunnen we uitbuiting en druk op de lonen voorkomen.

Dit opiniesteuk verscheen op 13 maart 2019 in Trouw.