De SP wil dat er maatregelen worden genomen om het aantal meldingen bij de politie over personen met verward gedrag terug te dringen. De politie krijgt maar liefst 130.000 meldingen per jaar, gemiddeld dus 356 meldingen per dag, die te maken hebben met mensen die verward gedrag vertonen. Het aantal meldingen is enorm gestegen sinds de forse bezuinigingen op de geestelijke gezondheidszorg. De politie kampt door bezuinigingen ook al jaren met een capaciteitstekort. Ondertussen zijn patiënten, agenten en de samenleving de dupe. De SP stelt onder andere voor dat er voor de politie altijd een medewerker van de ggz beschikbaar moet zijn, binnen 45 minuten, als zij op meldingen af moeten gaan waar verward gedrag een rol speelt. Ook moeten er bijvoorbeeld voldoende behandelplekken komen om mensen de passende hulp en zorg te bieden die ze op dat moment nodig hebben.

SP-Kamerlid Michiel van Nispen: 'Jarenlang is er door de kabinetten Rutte bezuinigd met het idee dat men zelfredzamer moest worden en de overheid steeds een stap verder terug kon doen. Mensen moeten problemen vooral binnen hun eigen netwerk oplossen en langer thuis blijven wonen als ze problemen hebben. Dat beleid is niet alleen slecht voor de mensen bij wie dat niet lukt, maar ook voor de hele samenleving. Door kortzichtig te bezuinigen op essentiële voorzieningen als geestelijke gezondheidszorg en de politie zien we schrijnende situaties ontstaan. Veel mensen die verward gedrag vertonen moeten niet een nacht de cel in maar hebben zorg nodig. Die zorg is nu niet beschikbaar, waardoor politieagenten met de handen in het haar zitten.'

Politieagenten geven zelf aan dat zij niet de nodige zorg kunnen leveren aan mensen die verward gedrag vertonen. Dat is kwalijk voor de patiënt maar ook voor de politie. Zo zegt een agent: 'Een ander bijkomend gevolg is dat de politie er 24/7 is en dus aanspreekbaar is. Alles wat de overheid beloofd en niet na komt krijgen wij op ons bordje. Wij komen bij verwarde personen vaak als het crisis is en de emoties hoog opgelopen zijn. We worden dan gezien en bejegend als een verlengstuk van het slechte beleid. De boosheid, onmacht en woede richt men (begrijpelijk) op de politie. We komen dan voor iemand die zorg nodig heeft, maar moeten regelmatig de omgeving in toom houden zodat het niet escaleert.'

Van Nispen: 'We verwachten nu van agenten dat ze mensen met, soms ernstige, geestelijke gezondheidsproblematiek helpen. Ondertussen neemt de overlast toe, krijgen agenten nog meer taken op hun bordje en worden die mensen niet geholpen. Daarom moeten we zorgen dat deze mensen naar een zorgvoorziening kunnen en niet naar het politiebureau worden gebracht. Zo voorkomen we ook nodeloze criminalisering van mensen die hulp nodig hebben.'