Als Renske Leijten zich niet had vastgebeten in de Belastingdienst, dan waren de misstanden bij de toeslagen nooit aan het licht gekomen. De problemen als gevolg van de gaswinning in Groningen, cijfers over slachtoffers van een luchtaanval in Irak, informatie over de aankoop van aandelen KLM, het gerommel met granuliet-certificaten, het achterhouden van cijfers over het klimaatakkoord, het manipuleren van kritische gegevens over de Omgevingswet, leugens over de uitlevering van Poch aan Argentinië, het beïnvloeden van onderzoek naar de dood van Mitch Henriquez en het weglaten van informatie in een onderzoek naar kinderporno. Het is maar een kleine greep uit de grote stroom aan misstanden die alleen al dit jaar door de Tweede Kamer boven tafel zijn gehaald – en waarbij SP’ers voorop liepen.

In de Tweede Kamer zou te veel sprake zijn van een ‘afrekencultuur’, schrijft de Raad van State deze week in een advies. Kamerleden zouden hun boekje te buiten gaan in de manier waarop ze ministers ter verantwoording roepen. En de Kamerleden zouden minder achter ‘incidenten’ moeten aanhollen, meent dit adviesorgaan van de regering. Volgens de Raad van State zouden Kamerleden meer begrip moeten hebben voor de ministers, omdat het geven van informatie soms moeilijk kan zijn. Ook zijn veel overheidstaken uitbesteed (zoals het UWV) of geliberaliseerd (waaronder de NS) en in die gevallen zouden Kamerleden de ministers niet meer verantwoordelijk kunnen houden voor fraude en misstanden. Een opmerkelijk advies, waar niemand om heeft gevraagd. Maar dat de Kamer wel monddood maakt.

Het werk van een Kamerlid zou je kunnen vergelijken met het controleren van een wandtapijt. Je kunt niet alle draadjes inspecteren, daarvoor is het veel te groot. Je moet op zoek gaan naar losse eindjes en kijken waar de fouten zitten. Kamerleden controleren grote ministeries en overheidsorganisaties. Dat kan alleen als we op zoek gaan naar misstanden. Die staan nooit in de brieven die we krijgen van de ministers, daar moeten we zélf naar op zoek. Door zélf onderzoek te doen. Door te spreken met betrokkenen op de werkvloer, open te staan voor klokkenluiders en samen te werken met onderzoeksjournalisten. En daarna vragen te stellen en nóg meer vragen te stellen en vragen te blíjven stellen. Nét zo lang aan de losse eindjes trekken tot duidelijk wordt waar de fouten zitten en deze ook worden opgelost.